De Armeense ’tragedie’

018a
Een van de schaduwen die over het moderne Turkije hangt is de massamoord op Armeniërs van 1915 tot 1920. Toen Turkijes belangrijkste schrijver, Orhan Pamuk, onlangs opriep de genocide te erkennen, kreeg hij de volle laag. De officiële Turkse geschiedenis ontkent de vele doden niet, maar houdt het liever op een tragedie.

‘Ik ontmoette een vluchteling uit het district Kara-Hissar die met zes metgezellen gered was door enkele Armeense vrouwen die zich in een bedoeïenenkamp gevestigd hadden. Achthonderd families hadden Kara-Hissar verlaten. De helft werd overboord gezet van Arabische boten op de Eufraat. De overlevenden belandden in een concentratiekamp in Deir-ez-Zor. Daar benaderden ze de overste, in de hoop hun vrijheid te kopen. (…) Maar het redde hen niet. De gehate gendarmes begeleidden hen tijdens de mars. Stokken, stenen, messen en dolken werden gebruikt, en een paar genadevolle kogels. (…) De nacht was donker en de wacht achtelozer dan anders. De resten van het gezelschap, in totaal vijfenvijftig man, ontsnapte.’

Aldus noteerde een Amerikaanse journalist in april 1917 in Bagdad. Talloos waren de verhalen van overlevenden, bijna zonder uitzondering vrouwen en kinderen, verhalen die gingen over ontberingen, moorden, totale willekeur en de haat van de Turken en Koerden door wier gebied zij moesten trekken op weg naar ‘herhuisvesting’ in het huidige Syrië en Irak, toen nog onderdeel van het Ottomaanse rijk.

De dodelijke volksverhuizing van de Armeniërs speelde zich af tegen de achtergrond van een slepend conflict: het Russische streven naar een warmwaterhaven. De bloedigste episode was de Krimoorlog (1854-1856), waarin de Turken assistentie kregen van Britten en Fransen tegen de Russen, die zeggenschap eisten over alle orthodox-christelijke gebieden in het Turkse rijk.

Tijdens die oorlog drongen de Russen ver door in het Armeense gebied in Oost-Anatolië en namen onder andere de stad Kars in, die in de loop van de decennia nog verschillende keren van hand zou wisselen, voor ze in 1920 definitief Turks werd. De lokale Armeniërs schaarden zich telkens aan de kant van hun Russische geloofsbroeders. Als de christenen aan de macht waren, werden Turken en Koerden afgeslacht, en omgekeerd.

Bij het begin van de eerste wereldoorlog, waarin de Ottomanen zich aan Duits-Oostenrijkse kant schaarden tegen de Russen, bestond dus al een groot onderling wantrouwen tussen Armeniërs enerzijds en Turken en Koerden anderzijds. De vlam sloeg in de pan op 20 april 1915 in Van, ten zuiden van Kars. Van was op dat moment in Turkse handen, maar de Armeense bevolking kwam in opstand en richtte een slachting aan onder de moslims in de stad. De opstandelingen hielden de stad vast tot de Russische legers kwamen.

Vier dagen later begonnen de deportaties, op gezag van Istanbul. Armeniërs houden het op 1,2 tot 1,5 miljoen doden. Turken zien 0,5 miljoen als bovengrens. Ondanks de grote verschillen in die twee getallen mag duidelijk zijn dat het welzijn van de verhuisden tijdens de deportaties geen hoge prioriteit had.

Tot op de dag van vandaag speelt de kwestie hoog op. De grens tussen Turkije en Armenië (een stukje Ottomaans Rijk dat in Russische handen bleef) is nog altijd gesloten. Een aantal westerse landen heeft de Armeense tragedie officieel als genocide bestempeld. Turkije ontkent met klem dat de moord van bovenaf gepland was. Er zijn documenten die het tegendeel suggereren. Het verschil van inzicht komt erop neer of de organisatorische incompetentie van de Ottomanen een slecht gecoördineerde moordpartij tot gevolg heeft gehad of juist een desastreus verlopen volksverhuizing.

Uit de verhalen over willekeur die de Amerikaanse journalist optekende, blijkt in elk geval dat Turken en Koerden helemaal geen expliciet commando nodig hadden om zich gruwelijk te misdragen tegenover de Armeniërs. Even duidelijk is dat de Armeniërs, zodra ze de gelegenheid kregen, de Turken en Koerden net zo bloedig bejegenden. Dat laatste kan niet, zoals de Turken soms proberen, als wisselgeld gebruikt worden om de eigen schuld te verminderen. Maar het betekent wel dat ook de Armeniërs iets uit te leggen hebben.

Eerder verschenen in De Linker Wang, juli 2005