Pim en de erfenis van het Marxisme

‘Pim was een Pedo’ kopte het reactionaire weblog GeenStijl vandaag naar aanleiding van onthullingen door Peter R. de Vries. Oud nieuws natuurlijk. In zijn tijd als columnist van Elsevier had Pim Fortuyn al een lans gebroken voor de pedofilie en de verhalen over zijn escapades met zo jong mogelijke jongens had hij ook al breed uitgemeten. Kortom, zelf zou hij waarschijnlijk gelachen hebben om de ‘onthulling’.

Raar dat zijn nazaten zo in een kramp schoten. Het maakt je wel benieuwd of er nog meer aspecten van de totale Pim zijn die niet gezegd mogen worden in het museum dat Rotterdam te zijner gedachtenis moet krijgen. Dat hij in wezen altijd een marxist gebleven is, bijvoorbeeld.

Pim en de erfenis van het Marxisme

Dat Pim Fortuyn zijn lange carrière in de politieke ideeënvorming begon als Marxist, is genoeglijk bekend. Daarna begon een zoektocht die langs de PvdA en de VVD leidde en uiteindelijk op de rechterflank eindigde, waarbij al dan niet terecht de verwijten van racisme in het rond vlogen. Zelf weigerde hij die klassificatie te aanvaarden. Daar is wel wat voor te zeggen. Het is zelfs niet al te ver gezocht om te stellen dat hij in wezen altijd Marxist gebleven is.

Toen in de loop van de jaren tachtig het Marxisme definitief in staat van ontbinding verkeerde, ook binnen de Nederlandse intellectuele elite, moesten mensen op zoek naar een nieuwe bestemming. Een totale omzwaai is moeilijk, dus velen hielden vast aan dezelfde gedachtenstructuur, maar gaven er een nieuwe draai aan.

De makkelijkste draai is het nationalisme. Het is een eenvoudige boodschap waar je massaal de handen voor op elkaar kunt krijgen, omdat je mensen op een goedkope manier een gevoel van eigenwaarde geeft (ten koste van een kleinere groep anderen). Veel oude communistische leiders maakten deze omslag. Een ideologische component uit het Marxisme, het bestrijden van ‘de vijanden van het proletariaat’ werd daarbij geprojecteerd op etnische minderheden. Vladimir Meciar in Slowakije ging de confrontatie aan met de Hongaren in zijn land, Slobodan Milosevic koos de moslims in Joegoslavië als doelwit. In veel voormalige Sovjet-republieken gingen de oude communistische leiders dezelfde kant uit. Je hoeft niet helderziend te zijn om op te merken dat Pim Fortuyn ook de barricaden op klom om zijn proletariaat te behoeden voor een vijand, de achterlijke moslims.

Een tweede grondgedachte van het Marxisme is dat de samenleving maakbaar is (een idee dat heel links decennia lang geteisterd heeft). Dit roept om een krachtige overheid die bepaalt hoe de samenleving zich moet ontwikkelen. Terwijl traditioneel links zo onderhand afscheid genomen had van dit beeld, kwam het bij Fortuyns beweging keihard terug. Gedwongen spreiding heet het nu. De oude sovjet-gedachte dat vijanden van het socialisme hervormd konden worden door ze tussen de boeren te zetten, schijnt erin door.

Een derde punt dat weinig met Marxisme an sich te maken heeft, maar er wel onlosmakelijk mee verbonden lijkt, is de bizarre persoonsverheerlijking. Natuurlijk zitten onder democratisch gekozen leiders ook ongelooflijke ijdeltuiten, maar het lijkt toch vooral aan dictators voorbehouden om hun eigen werkkamer vol te hangen met portretten van zichzelf. En om zich te omringen met medewerkers die de stad vol willen zetten met beelden en musea betreffende de grote leider.

Al met al is er veel voor te zeggen dat Pim Fortuyn tot het bittere eind aan dezelfde maatschappelijke analyses en oplossingen vasthield die hij zich als jonge Marxist had eigen gemaakt. In die zin was hij van de hele oude politiek.