Wat is WordPress?

WordPress is het meest gebruikte content management system (CMS), dat wil zeggen een systeem waarmee je de informatie op een website ordent en wijzigt. Doordat het je (onder meer) in staat stelt berichten in categorieën in te delen, pagina’s een hiërarchische ordening te geven en informatie te doorzoeken, kun je als websitebeheerder veel eenvoudiger overzicht houden.

In het plaatje staat globaal aangegeven hoe een wordpress website werkt. Het begint met een gebruiker die ‘www.naamvandesite.nl’ intikt. Dat vertaalt zich naar een verzoek aan de computer (server) waarop de website staat. Die server probeert, zoals de naam al suggereert, de site op te dienen. Het beheren van een server moet met het oog op hackers aan professionals overgelaten worden. Een provider geeft zijn klanten meestal geen toegang tot serverinstellingen.

De server kijkt vervolgens eerst in het .htaccess bestand. Daarin staat welke delen van de gevraagde site publiek toegankelijk zijn. Je kunt bijvoorbeeld instellen dat gebruikers alleen volledige webpagina’s mogen bekijken en niet losse plaatjes (dat heet hotlinken, parasiteren op andermans bandbreedte). Als gebruiker mag je doorgaans wel het .htaccess bestand aanpassen, maar wanneer je dit verkeerd doet, kan het gevolg zijn dat de server je site afsluit, omdat hij denkt je die niet publiek toegankelijk wilt hebben.

Na het passeren van het filter gaat de server op zoek naar een bestand dat ‘index’ heet. Daar treft hij WordPress aan en gaat wachten tot het CMS hem een volledige webpagina geeft die hij aan de gebruiker kan geven. WordPress gaat met een taal die PHP heet alle stukjes van de webpagina bij elkaar knippen en plakken. De structuur van de pagina wordt beschreven in de taal HTML, de opmaak in CSS. Op deze pagina, bijvoorbeeld, zegt HTML dat het plaatje eerst komt, dan de kop en dan de tekst. CSS bepaalt hoe groot het plaatje wordt afgebeeld, welke kleur en lettertype de kop heeft en hoe breed de tekstkolom is.

Thema’s, widgets en plug-ins

WordPress bestaat uit een aantal onderdelen. De kernfunctionaliteit (‘core’) bepaalt vooral de manier waarop informatie in de database wordt geordend en bevat ook allerlei instellingen, die toegankelijk zijn in de beheeromgeving (dashboard) van de site. De eigenaar kan bijvoorbeeld instellen hoeveel berichten hij op een pagina wil tonen en of hij reacties toestaat. De core bevat ook een aantal plekken waar anderen stukjes PHP kunnen inpluggen om de functionaliteit uit te breiden of te veranderen. Globaal zijn er drie methoden: thema’s, widgets en plug-ins.

Een thema is een aantal bestanden die samen de visuele opbouw van een pagina vastleggen. Iedereen kan zelf een thema maken om te bepalen wat hij allemaal op zijn pagina wil tonen (met HTML) en hoe het eruit moet zien (met CSS). Het thema legt de structuur vast die voor alle pagina’s op de site hetzelfde is. Je kunt een thema ook zo samenstellen dat verschillende soorten pagina’s er anders uitzien, maar dat is natuurlijk meer werk. Op de verzamelpagina’s van het weblog, bijvoorbeeld, kun je op de kop van het bericht klikken om het helemaal te zien, maar dat heeft op deze pagina geen zin, dus hier kun je niet klikken op de kop. Er zijn duizenden thema’s (gratis) verkrijgbaar, maar je kunt er ook zelf een schrijven.

Waar je een thema als het ware inplugt in de core van WordPress, kun je een widget (mini-programmaatje) inpluggen in een thema. Bij het schrijven van het thema geef je dan op een aantal plekken aan ‘hier kan een widget’. In de widget omgeving van het dashboard kun je vervolgens aangeven welke widgets op welke plek komen. Voorbeeld: WordPress levert een Twitter widget mee, waarmee je berichten van een bepaald twitter-account in je site kunt invoegen.

Plug-ins breiden de functionaliteit van WordPress als geheel uit. Ze hebben lang niet altijd effect op hoe de pagina eruit ziet. Er zijn bijvoorbeeld plug-ins die zorgen dat de beheerder wekelijks een back-up toe gemaild krijgt. Standaard levert WordPress Akismet mee, een plug-in die spam uit de reacties weert. Ook hier geldt: er zijn duizenden (gratis) plug-ins verkrijgbaar. WordPress heeft de meest gevraagde uitbreidingen gebundeld in de superplug-in Jetpack.

Database en mediabestanden

Nadat de WordPress core uit thema’s, widgets en plug-ins de structuur van de pagina heeft samengesteld, moet die pagina nog gevuld worden. Alle teksten en instellingen worden door WordPress opgeslagen in een database volgens het open source model MySQL. Als die in de pagina gezet zijn, is deze af en wordt als webpagina naar de browser van de internetgebruiker gestuurd.

De webpagina bevat doorgaans verwijzingen naar losse bestanden die er ook nog bij horen, met name plaatjes. Die gaat de browser afzonderlijk opvragen. Daarom kan het gebeuren dat je een pagina al ziet, terwijl de plaatjes nog geladen moeten worden. Ook de CSS opmaakaanwijzingen staan meestal in een afzonderlijk bestand, dat als het goed is als eerste wordt geladen na aankomst van de webpagina. Bij een langzame verbinding kan een webpagina er daarom in eerste instantie heel raar uitzien.