Maar wie initieerde de fraude bij WaterFront?

Gisteren werd dan eindelijk het forensische rapport gepresenteerd over de beerput van acht miljoen in het voormalige WaterFront pand. Helaas mag ik het rapport zelf niet inzien, maar de samenvattende brief van het college aan de raad (pdf) is al schokkend genoeg. Er werd geen huur betaald, maar wel kwistig bij de gemeente gedeclareerd voor niet uitgevoerde verbouwingen. Tenminste twee ambtenaren hebben actief aan de fraude meegewerkt, negen anderen zijn in elk geval passief betrokken geweest. Leidinggevenden die lont roken, vroegen niet door. De meest verbijsterende alinea uit de collegebrief is echter deze:

Het rapport van SVB Forensics BV geeft een feitelijk antwoord op de vraag wat er is gebeurd en hoe het heeft kunnen gebeuren. Er is nadrukkelijk aan de faciliterende ambtenaren van de afdeling Vastgoed gevraagd naar de reden of motief achter hun handelen. Op die vraag hebben de onderzoekers geen antwoord gekregen. In de gesprekken en uit het digitaal onderzoek zijn geen doorslaggevende feiten of omstandigheden naar voren gekomen die het motief voor hun handelen inzichtelijk maken. Deze vraag hangt als een mist over het rapport en maakt de uitkomsten op dit punt buitengewoon onbevredigend.

Dat haalt een streep door het vermoeden dat ik altijd gehad heb, namelijk dat de vastgoedcrisis ten grondslag lag aan de handelswijze van de gemeente. Het Vastgoedbedrijf (indertijd: OBR) was daardoor immers in financieel zwaar weer gekomen en had dus behoefte aan een opgepoetste balans. Daartoe moet je je panden zo hoog mogelijk waarderen en voor zoveel mogelijk verhuren. De gemeente had als beleid altijd dat verbouwingskosten in de huur verrekend werden, ongeacht of de waarde van het pand erdoor gestegen was. En onbetaalde rekeningen kun je op de balans laten staan, zodat het lijkt alsof dat pand meer waard is geworden en meer opbrengt.

Als dat het motief was geweest, zou het echter boven water gehaald zijn in dit rapport. Er lag dus geen systeemdruk aan het gehannes ten grondslag. Evenmin zijn de ambtenaren er collectief ingeluisd door vader en zoon Kan, de huurders. Ze hebben actief meegewerkt door informatie achter te houden en collega’s om de tuin te leiden. Het college wil gezien het juridische vervolg terecht niet speculeren, maar ik kan natuurlijk wel één en één optellen.

Overdracht

Even terug naar de overdracht in 2010. WaterFront had een aantal overnamekandidaten voor het huurcontract. De huur was echter te hoog in relatie tot de kwaliteit van het pand. Dat kwam omdat het OBR als gezegd de huurhoogte relateerde aan de gemaakte kosten voor de bouw, niet aan de marktwaarde. Zelfs met een forse subsidie was de begroting nauwelijks rond te krijgen. Zonder aanzienlijke huurverlaging was er feitelijk geen huurder te krijgen. Maar dan moest het pand afgewaardeerd worden en daar zat het OBR niet op te wachten.

Toen kwam het OBR zelf met de Kans aanzetten. Die hadden geen businessplan, laat staan significante ervaring met horeca, maar wilden wel de volle mep betalen. Nu zou je natuurlijk kunnen opperen dat de Kans naïeve ondernemers waren, die hun hoofd op hol hadden laten brengen door visioenen van gigantische bierdrinkende menigten. Dat gaat er bij mij niet in. Indertijd niet, omdat ze ons en onze medewerkers direct begonnen te bedonderen, maar nu al helemaal niet meer. De Kans waren gehaaide ondernemers die wisten dat feesten niet het businessmodel waren waarmee ze geld gingen verdienen aan WaterFront (meer details over de feestplannen bij 3voor12).

Mijn veronderstelling toen was dat het een vergelijkbare tent zou worden als de horecagelegenheid pal naast WaterFront: zelden open, maar vermoedelijk op papier wel de nodige omzet. Horeca is nu eenmaal een ideale manier om zwart geld wit te wassen. Maar wanneer dat je doel is, heb je geen behoefte aan pottenkijkers. Dan ga je niet klagen over de kwaliteit van het pand, met als risico dat de gemeente haar aandacht op je richt – tenzij je weet dat je van die gemeente niks te vrezen hebt. Voor het businessmodel ‘witwastent’ was geen enkele verbouwing nodig.

Verbouwingen

Mij zul je niet horen beweren dat de Kans belastingtechnisch brandschoon zijn. Gezien onze ervaringen geloof ik het ook onmiddellijk als mij verteld wordt dat ze met een handigheid onder de huur probeerden uit te komen en niet uitgevoerde verbouwingen declareerden. Maar de feitelijke gang van zaken, zoals nu in het rapport geopenbaard, rijmt niet met de hypothese dat zij maar wat uitprobeerden en er gaandeweg achter kwamen dat ambtenaren toch zaten te pitten en ze dus nog wildere declaraties konden inleveren. De fraude werd vanuit het ambtenarenapparaat actief gefaciliteerd.

En dat leidt weer tot de vraag: sinds wanneer? Kregen de Kans gaandeweg grip op enkele ambtenaren, of was dat direct al zo? Anders gezegd: was de declaratiefraude vanaf het begin het businessmodel van de Kans? De kans van slagen daarvan hing af van inside information over de krakkemikkige procedures. Die moeten ze dan al gehad hebben voordat ze het huurcontract tekenden.

Daar komt nog iets bij. WaterFront stond niet leeg, er hing geen groot bord ’te huur’ aan de gevel. Dat we zochten naar overnamekandidaten was in het circuit wel bekend, natuurlijk, vandaar dat allerlei mensen zich bij ons meldden om eens een kijkje te nemen of het iets voor hen was. De Kans niet. Die kwamen direct via het OBR binnen. Ons onmiddellijke signaal dat er iets niet deugde (al was het maar dat witwassen) viel in dorre aarde. Het OBR wilde gewoon erg graag in zee met de Kans, die het niet leek uit te maken in welk pand ze hun club moesten vestigen.

Wanneer er geen systeemdruk bestond om het pand tegen een te hoge prijs te verhuren, hadden een of meer ambtenaren vanaf het begin een ander motief om het contract met de Kans af te sluiten. Wat dat motief was, valt op dit moment niet te zeggen. Maar daardoor valt op dit moment ook niet vast te stellen of de Kans het meesterbrein vormen achter de megafraude of dat ze slechts de gewiekste uitvoerders zijn van een plannetje dat door iemand anders bedacht is.