Rotterdam rommelt met Verklaring Omtrent Gedrag

Vanaf 1 januari ontvangt stichting Rotown Magic, waar ik de trotse, onbezoldige voorzitter annex zakelijk leider van ben, structurele subsidie van de gemeente Rotterdam. De brief met voorwaarden kwam onlangs binnen. Er zijn de gebruikelijke voorwaarden: jaarplan, jaarbegroting, jaarrekening, enzovoort. En we moeten zorgen dat onze vrijwilligers een Verklaring Omtrent Gedrag hebben. Ik citeer:

Indien u werkt met vrijwilligers, dan dienen zij te beschikken over een geldige Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) welke bij de eerste aanvang van de werkzaamheden niet ouder mag zijn dan 3 maanden en welke een geldigheid heeft tot 3 jaar na afgifte. Deze verplichting geldt niet voor vrijwilligers die eenmalige activiteiten uitvoeren. Zie voor meer informatie www.rotterdam.nl/subsidies.

Het eerste wat mij – en u waarschijnlijk ook – opvalt is dat deze verplichting alleen geldt voor vrijwilligers. Betaalde krachten hebben hem kennelijk niet nodig. Aangezien een VOG voor iemand aanvragen 33,85 euro kost, kun je hem beter 30 euro geven en zeggen dat hij die moet opgeven bij de inkomstenbelasting. Dat is goedkoper en het scheelt administratieve rompslomp.

Enfin, je kunt ook ontheffing aanvragen als je meent dat je vrijwilligers geen gevaar vormen voor kinderen en andere kwetsbare groepen in hun omgeving. Dat heb ik gedaan voor de structurele vrijwilligers van Rotown Magic, namelijk mijn twee medebestuurders en ikzelf. Onze projectleiders zijn meerderjarig en kunnen prima van zich afbijten.

Tientallen regimes

Vanwege het hoge WTF-gehalte van de voorwaarde, heb ik navraag gedaan. Het blijkt dat de gemeente Rotterdam tot voor kort tientallen verschillende regimes had omtrent de VOG-eisen. Die is men aan het gelijktrekken. Zo is de wat zotte eis in de culturele subsidieregels beland. In de jeugdzorg krijg je sowieso geen baan zonder VOG, dus is de eis voor betaalde krachten niet expliciet gemaakt.

Nu zou je je kunnen afvragen of een Verklaring Omtrent Gedrag niet verplicht zou moeten zijn voor medewerkers van culturele instellingen met een jong publiek, maar dan ga je weer verschillende regels in het leven roepen en de hele actie is nou juist bedoeld om over de hele linie één beleid uit te rollen. Het zou mij dus niet verbazen als het VOG-net in de cultuur in de toekomst nog breder wordt uitgegooid.

Institutioneel wantrouwen

Mijn neiging om me vrolijk te maken over administratief gehannes, wordt getemperd door twee dingen. Ten eerste kost de handhaving van dit gebeuren gewoon veel geld. Maar goed, daaraan is in Rotterdam ondanks alle bezuinigingen nog steeds geen serieus gebrek.

Het tweede is ernstiger. Het is weer een stap in de vergroting van institutioneel wantrouwen, waarbij procedures het gezonde verstand vervangen. Wanneer er toch weer iets mis gaat – en geloof me, dat gaat gebeuren – dan is de vraag niet wie er dom geweest, maar of de VOG-procedure netjes is doorlopen.

Het is een typisch Rotterdams idee dat je maatschappelijk onheil kunt voorkomen door de samenleving dicht te timmeren met regels en controle. De maakbaarheidsgedachte zit bij alle politici in de genen. Maar hoe meer regels je verzint, hoe groter de papieren werkelijkheid wordt en hoe verder die verwijderd raakt van de het leven op straatniveau. Op enig moment is overlast de enige opbrengst van de procedures.