Parker Bilal: The Golden Scales

De geest van Raymond Chandler hangt zwaar over The Golden Scales van Parker Bilal (pseudoniem van Jamal Mahjoub). Er is een detective met een ogenschijnlijk eenvoudige opdracht: vind de verdwenen stervoetballer. Er zijn gangsters en dubieuze zakenlieden. Mooie vrouwen die al dan niet te vertrouwen zijn. Een lijk. Nog een. Een klap op het hoofd. Duisternis.

En er zijn jihadi’s. Die heb je bij Chandler nooit, maar in het Los Angeles van de jaren vijftig bestonden ze ook niet. In het hedendaagse Caïro, waar de Sudanese ex-inspecteur Makana de voetballer moet opsporen, zijn ze er wel – en ze vallen niet altijd even goed te onderscheiden van de gangsters. In hun meedogenloze opportunisme passen de religieuze fanatici prima in het universum van de hard boiled detective, net als de corrupte spionnen.

Penarie

Zoals dat gaat in dit soort boeken wordt de zaak al snel behoorlijk gecompliceerd. Makana tast in het duister om alleen al te onderscheiden hoeveel partijen zich met zijn onderzoek bemoeien. Sterker nog, hij weet niet eens waarom uitgerekend hij, een vluchteling die een leven bijeenschraapt in een miljoenenstad, de aangewezen persoon zou zijn om in opdracht van een miljonair een voetballer op te sporen. Makana is niet alleen de held, maar ook de speelbal van het verhaal.

In het slot brengt Parker Bilal alle eindjes keurig bij elkaar. Daarvoor heeft hij dan niet alleen een beroep moeten doen op Makana’s scherpzinnigheid, maar ook op enkele onwaarschijnlijke plotwendingen om zijn held levend uit de penarie te halen. Sommige verrassingen zie je als lezer van grote afstand aankomen. Dat maakt het als thriller uiteindelijk wat onbevredigend. De locatie en omstandigheden zijn verfrissend, maar dat is onvoldoende om The Golden Scales (vertaald als De donkere straten van Caïro) naar een hoger plan te tillen. Absoluut vermakelijk, maar niet meer dan dat.