Hans Herbert Grimm – Schlump

Niet lang na het verschijnen van Schlump, de anti-oorlogsroman van Hans Herbert Grimm, volgde Im Westen nichts Neues van Erich Maria Remarque. Schlump was gezien. De nazi’s hadden hem nog wel in het vizier, de roman verdween op de brandstapel. De bange Grimm metselde het manuscript in. Pas onlangs werd het herontdekt en onthaald als meesterwerk.

Schlump is een zestienjarige scholier die als vrijwilliger voor een romantische oorlog kiest. Omdat hij wat Frans spreekt, wordt hij aangesteld om een veroverd dorp te besturen. Er is genoeg te eten, hij mag de baas spelen en de meisjes vinden hem interessant. Kortom, alle reden om de oorlog gezellig te vinden. Grimms boek begint als een schelmenroman.

Dan wordt Schlump overgeplaatst naar het front. In de loopgraven volgen de gruwelen elkaar in hoog tempo op. Er wordt gescholden op de hoge heren die zelf geen risico’s lopen, maar wel met de eer gaan strijken als er bij toeval iets gewonnen wordt. Schlump doet er alles aan om weer achter de linies te belanden, op een plek waar hij voordeeltjes uit de oorlogseconomie kan slaan en meisjes het bed in lokken. Degenen die werkelijk aan het front belanden zijn de sukkels.

Er is weinig heldhaftigs aan de oorlog in Grimms boek, net als in dat van Remarque, maar het is ook makkelijk te zien waarom de laatste zoveel meer weerklank vond dan de eerste. Schlump heeft een duidelijke boodschap, meandert tussen komisch en gruwelijk, maar biedt weinig ingang voor reflectie. Schlump gaat de oorlog in alsof het een sprookje is, en dat gevoel landt ook een beetje bij de lezer.