Een geforceerde breuk over nieuwe Turkijedeals

De onderhandelronde tussen de drie vrienden van ‘het motorblok’ en GroenLinks is stukgelopen op migratie. De aanhakende partij (de meest linkse en kleinste, dus underdog en meeste te verliezen) kon zich niet vinden in de compromistekst van informateur Tjeenk-Willink, die betoogt dat de Turkijedeal goed werkt en dus uitgebreid kan worden naar andere landen. Daaronder ligt een verschil van mening over wat ‘werkelijkheid’ is.

Even ter opfrissing van het geheugen: de Turkije-deal kent ruwweg drie afspraken over vluchtelingen. Eén: Turkije houdt bootjes met migranten naar Griekenland tegen, zodat ze niet verdrinken en Europa niet bereiken. Twee: Turkije behandelt de migranten fatsoenlijk en stuurt ze niet terug naar oorlogsgebieden. Drie: Europa regelt een deugdelijke asielprocedure voor degenen die alsnog Griekenland bereiken en degenen die in Turkije wachten (wat niet betekent dat ze allemaal worden toegelaten).

Drie delen

Deel één werkt, althans op het oog. Er komen nu zo weinig asielzoekers naar Nederland dat er opvangcentra dicht moeten. De papieren en fysieke werkelijkheid van de Turkijedeal overlappen hier dus.

Daarmee ontstaat ook een politieke werkelijkheid in Nederland: de Turkijedeal is een succes! Immers, als je voornaamste doel was het terugdringen van aantallen asielverzoekers, dan is dat doel bereikt. Minder verdrinkingsdoden betekent bovendien dat je een moreel doel behaald hebt. De twee andere delen van de deal zijn voor jou bijzaken. Als die niet gehaald worden, is dat jammer, maar het verandert niet jouw beeld dat de deal een succes is. Immigrantenhaters zullen zelfs hopen dat deel drie mislukt.

Deel twee werkt slecht. Er zijn berichten genoeg van erbarmelijke omstandigheden in Turkije. Drie miljoen vluchtelingen opvangen is een te zware opdracht voor een land dat in een halve burgeroorlog verkeert en zich ook nog eens militair met Syrië bemoeit. Hier beginnen papieren en fysieke werkelijkheid uit elkaar te lopen. Er zijn grote vraagtekens te stellen bij de manier waarop vluchtelingen in Turkije worden opgevangen, maar je kunt ook betogen dat het land binnen zijn mogelijkheden er het beste van probeert te maken.

De vraag is wat de impact hiervan op de Nederlandse politieke werkelijkheid moet zijn. Als Turkije zich niet aan zijn deel van de afspraak houdt, moet je je als Nederland verplicht voelen in te springen of geef je dan een vrijbrief aan anderen om afspraken te schenden? Als je bij deel één je doel al bereikt hebt, is er alle reden om te zeggen: probleem van Turkije, niet van ons. Maar als je je het lot van vluchtelingen aantrekt, is dat niet genoeg. Of het nou onmacht of onwil van Turkije is, als het daar niet goed gaat wil je iets doen.

Deel drie werkt nauwelijks. Er zouden 160.000 vluchtelingen gecontroleerd door Europa worden binnengelaten. De teller staat op 20.000 en Europese landen dreigen elkaar met procedures vanwege onwilligheid om mee te werken. Het lukt niet eens goed om de bestaande kampen in Griekenland netjes af te wikkelen. Hier is de zaak op papier ongetwijfeld goed geregeld, maar is de werkelijkheid weerbarstig.

Ook hier geldt: zo lang er geen drommen asielzoekers zichtbaar door Nederland dwalen hoef je je hierover niet per se druk te maken. Het ‘landsbelang’ is immers reeds gediend. Je kunt bovendien zeggen: dit moet op Europees niveau opgelost worden. Of: het is incompetentie van de Grieken. Daar neem je geen genoegen mee als je de Turkijedeal toch al dubieus vindt: dan moet in elk geval het gedeelte dat een fatsoenlijke asielprocedure regelt volgens afspraak worden uitgevoerd. GroenLinks identificeert zich meer dan andere partijen met Europa en is dus minder geneigd dat een externe partij te vinden. Een verplichting van Europa wordt daar gevoeld als een verplichting van Nederland.

Samenvattend: voor de immigratiesceptische partijen in Nederland (en dat is de meerderheid) is de politieke werkelijkheid dat de Turkijedeal werkt en dus navolging verdient. Wie dat niet erkent is volgens die logica losgezongen van de realiteit. Voor wie prioriteit geeft aan de fysieke omstandigheden van vluchtelingen in Turkije, is de politieke werkelijkheid dat de Turkijedeal mensen aan hun lot overlaat. Die twee rijmen simpelweg niet.

Klein ding

Nederland gaat niet over vergelijkbare nieuwe deals met Tunesië of Libië. Hoogstens over de inzet bij onderhandelingen (waar Nederland in het geval van Turkije toevallig nauw bij betrokken raakte omdat het indertijd tijdelijk voorzitter van de EU was). Duitsland zal leidend zijn. Wat Nederland ervan vindt is vooral symbolisch interessant. Een nieuwe deal met Tunesië is denkbaar, in de zin dat het land een min of meer stabiele regering kent die grip heeft op haar kustwateren. Maar anders dan in Turkije hebben vluchtelingen geografisch een alternatief: Libië. Met dat door burgeroorlog geteisterde land valt geen deal te sluiten, al zou je het willen. En als er wonder boven wonder een overeenkomst zou worden getekend met een of meer van de drie regeringen, dan is het twijfelachtig of die effect zou hebben.

Daar komt bij dat Turkije regelmatig dreigt de stekker uit de deal te trekken. Niet zo gek, want de Turken hebben minder belang bij het tegenhouden van vluchtelingen dan de Europeanen. Doen de Turken dat, dan vervalt deel één van de deal en blijkt ook voor de huidige tevreden partijen dat het misschien minder handig is om je immigratiepolitiek afhankelijk te maken van andermans inzet.

We hebben het dus over mogelijke toekomstige onderhandelingen waar de Nederlandse inbreng gering zal zijn, over een deal die vergelijkbaar zou zijn met een half functionerende deal met Turkije, met landen die allicht helemaal niet in staat of van plan zijn te onderhandelen. Dus in die zin heeft Tjeenk-Willink gelijk dat dit een ‘klein ding’ was. Een theoretische stellingname over iets dat de komende vier jaar misschien helemaal niet aan de hand zal zijn.

Dat werpt de vraag op: waarom wilden de partijen in ’s hemelsnaam dat een passage hierover in het regeerakkoord kwam? Niemand zou het gemist hebben als er niks over in stond. Een passage over wat te doen met de Turkijedeal: ja. Maar speculeren over toekomstige deals: waarom? Niks was makkelijker geweest dan hem helemaal schrappen. Of iets in de sfeer van: we evalueren alle aspecten van de Turkijedeal en beslissen aan de hand daarvan of het wenselijk is meer van dit soort overeenkomsten aan te gaan. Dan schuif je het voor je uit. Dat had iedereen kunnen bedenken: formateur, motorblok en GroenLinks. Een breuk op dit onderwerp was niet nodig. Hij is geforceerd. (sg) (joop)