Mother! hinkt op teveel gedachten

Saai zijn ze nooit, de films van Darren Aronofsky, al sinds zijn eerste, Pi, twintig jaar geleden. Je weet werkelijk nooit wat er precies aan de hand is. Dat geldt ook voor zijn jongste, Mother!, die helaas niet goed kan kiezen tussen horrorsprookje en bijbelse allegorie.

De horror is zo op het oog dik in orde. Niet al te snuggere, naamloze vrouw (Jennifer Lawrence) trekt in een verlaten huis met een eveneens naamloze getormenteerde schrijver (Javier Bardem) op wie ze ontzettend verliefd is, van wie je als bioscoopganger onmiddellijk weet: foute boel. Er komen ongenode gasten, er druipt bloed langs de muur. En het gaat van kwaad tot erger. Aronofsky houdt de camera dichtbij de fantastische acterende Lawrence, om haar ongemak en angst in het gezicht van de kijker te duwen.

Allegorie

Maar Aronofsky wil geen conventionele horror maken. Het is ook een allegorie met een milieuboodschap, met het huis in de rol van de aarde, Bardem als God en Lawrence als de moedergodin die geen plaats heeft in de bijbel, of het moet zijn als Jezus’ moeder Maria.

Het eerste deel van de film is oudtestamentisch. Een echtpaar komt binnenvallen, gevolgd door hun zonen, waarvan de een de ander omlegt vanwege een erfenis. Kain en Abel, denk je, maar het doet minstens zoveel denken aan Jakob en Esau, niet in het minst vanwege de bitchy moeder (glansrol van Michelle Pfeiffer). Het tweede deel, waarin Lawrence zwanger raakt, is nieuwtestamentisch. Daar ga ik geen spoiler over rondstrooien, behalve dat je tegen het eind in een bizarre apocalyps belandt.

Is het saai? Nee, van geen kanten. Is Mother! een briljante film? Nee, daarvoor is het plot te instabiel. Maar het is in alle opzichten een intrigerende film, die uitnodigt tot eindeloos speculeren van Aronofsky nou eigenlijk wil zeggen.