Rotterdam verbiedt klaverjassen in buurthuizen

Vanaf 1 januari mag in Rotterdamse buurt- en wijkcentra niet meer geklaverjasd worden. Met het verbod wil het gemeentebestuur de toegankelijkheid van de centra bevorderen. ‘Met name voor jongeren is het vervelend als buurthuizen gedomineerd worden door veelal oudere kaartspelers’, zegt verantwoordelijk wethouder Sven de Langen (CDA). ‘Ze voelen zich daardoor minder thuis. Door het klaverjasverbod willen we benadrukken dat de buurtcentra er zijn voor iedereen. Klaverjassers blijven natuurlijk welkom in de buurtcentra, zolang ze maar niet klaverjassen of tegen anderen zeggen dat ze klaverjassen leuk vinden.’

De Langen krijgt bijval van VVD-raadslid Simon Becker: ‘Dit is een principekwestie. Stel dat je geen zin meer hebt in klaverjassen, dan voel je je niet welkom in het wijkgebouw als je voormalige vrienden daar gewoon doorgaan met kaarten.’

Andere oppositieleden zien niks in het verbod. ‘De gemeenteraad heeft nooit ingestemd met het weren van klaverjassers uit wijkgebouwen’, stelt Jimmy Smet (GroenLinks). ‘De gemeente heeft daar geen regels voor.’

Escalatie

Collegepartij Leefbaar Rotterdam steunt het verbod bij monde van raadslid Michel van Elck van harte. ‘De buurthuizen zijn panden van de gemeente. Daar moet je geen klaverjassen toestaan. Straks krijg je er nog georganiseerde kaartbendes die bij de deur iedereen oproepen om mee te doen, omdat ze nog een vierde man nodig hebben.’

Er zijn weliswaar nog geen incidenten rondom klaverjassers bekend, maar het college van b&w neemt liever het zekere voor het onzekere. ‘De veiligheid van alle Rotterdammers staat voor ons voorop’, zegt De Langen. ‘Laten we eerlijk zijn: overal waar mensen met verschillende meningen en hobby’s elkaar tegenkomen bestaat een risico van escalatie. Dat moeten we niet willen. Daarom hebben we als stad de afgelopen jaren al veel buurtcentra gesloten. Je ziet dan onmiddellijk de maatschappelijke activiteiten in een buurt teruglopen. Met het klaverjasverbod willen we dat proces een eindje verder op weg helpen.’