Tommy Wieringa: De heilige Rita

Net als in de jongste roman van Ester Gerritsen wordt er in De heilige Rita van Tommy Wieringa stevig geloofd, op katholieke wijze. Dit keer niet in een klooster maar op het Twentse platteland, tegen de Duitse grens aan. Hoofdpersoon is Paul Krüzen, een eenling die nooit verder gekomen is dan de boerderij van zijn ouders, waar hij nog altijd voor zijn oude vader zorgt. Hij drijft er een handeltje in militaire memorabilia.

Pauls moeder is er ooit vandoor gegaan met een Russische piloot die – en dit mogen we toch echt een Wieringaiaanse wending noemen – tijdens de Koude Oorlog onder de radar van het IJzeren Gordijn door vloog en in het maisveld achter de boerderij crashte. De Rus werd ondervraagd door de autoriteiten, die verder niet wisten wat ze met hem moesten, zodat ze hem maar op de boerderij terug bezorgden. Hij bleek uiteindelijk een interessantere man dan de introverte boer.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de flashbacks van de Rus de sterkste passages vormen in De heilige Rita. Het treurige gehannes met de dorpsgenoten, het bordeel net over de grens, het dorpje dat door immigranten overeind wordt gehouden tot ook die vertrekken, de leegte van het landschap, het is allemaal prachtig beschreven, maar het ontbeert de vonk van inventiviteit. Nog steeds een sterk boek, maar niet Wieringa’s beste, zoals de recensent van het AD suggereerde.