Meike Ziervogel: Portret van Magda Goebbels

Magda Goebbels, de vrouw van de nazi-propagandachef, is vooral bekend om het feit dat ze haar eigen kinderen ombracht in de nadagen van het Derde Rijk, omdat ze geloofde dat er voor hen toch geen toekomst zou zijn. Ze wordt ook nergens sympathiek in de novelle die Meike Ziervogel over haar schreef.

Ziervogel slaagt er wel in om haar tot leven te wekken, de treurige kindertijd, de erkenning als geliefde van Joseph Goebbels (met wie ze het aanlegt omdat Adlof Hitler zelf onbereikbaar blijft), het fanatisme dat omslaat in defaitisme. Hoewel ze dicht bij de bronnen blijft, is het natuurlijk fictie, wat Ziervogel extra benadrukt door de verschillende stijlfiguren die ze in de loop van de novelle hanteert.

De jeugd wordt deels verteld vanuit het perspectief van de moeder. Door Magda’s ogen zien we hoe ze verliefd wordt op Hitler, maar genoegen neemt met Goebbels. De dagen in de bunker zijn geschreven als fragmenten uit het dagboek van de oudste dochter Helga. Het meest indrukwekkend is de passage waarin Magda droomt wat haar te wachten staat als de Sovjets Berlijn innemen: levend in een vergane tent, met nauwelijks te eten voor de kinderen, zijzelf in voortdurende pijn bij gebrek aan morfine, Helga die geld verdient door zich te prostitueren. Je snapt bijna waarom de kinderen beter dood konden zijn. Bijna.