Gedachten over WordPress

Mijn code in WordPress 5.5

In de nieuwe versie 5.5 van WordPress, waar tientallen miljoenen mensen wereldwijd de komende tijd mee gaan werken, zitten een kleine nieuwigheid van mijn hand. Voor gewone gebruikers is het niet zichtbaar. Ontwikkelaars van thema’s hebben er profijt van. Het is ontstaan omdat ik zelf tijdens de bouw van mijn eigen website op iets stuitte dat ik graag wilde, maar niet mogelijk was.

De technische details zijn allicht minder interessant dan hoe zo’n proces werkt. WordPress is open source, dus iedereen kan in de code duiken. Ik heb de betreffende code opgezocht en bedacht hoe ik het anders wilde. Dat heb ik aangegeven in een zogeheten trac ticket. Dat was drie jaar geleden. Omdat het een mineure verbetering was, kreeg het weinig prioriteit. Pas een half jaar geleden pikte een van de kernontwikkelaars het op. Hij stelde voor het net nog iets anders aan te pakken dan mijn codevoorstel, waar ik uiteraard akkoord op heb gegeven.

De meeste mensen kijken niet naar de credits pagina bij het updaten van hun WordPress installatie. Begrijpelijk, want het is een lijst van honderden namen. Allemaal mensen die willen bijdragen aan een belangrijk stuk software dat een groot deel van de websites wereldwijd aanstuurt, en dat niet eigendom is van een multinational. Het is leuk om mee bezig te zijn en nuttig bovendien (tussendoor help ik daarom ook beginnende ontwikkelaars op WordPress StackExchange met hun vragen). Op de credits lijst staan is vooral fijn voor jezelf. Dus daar ga ik even van genieten.

Mijn site en de nieuwe privacywetgeving

Vandaag gaat de nieuwe Europese privacywetgeving AVG in. Die is nogal strikt over wat je allemaal met persoonsgegevens mag doen in een zakelijke context. Omdat ik zzp’er ben is deze site ook onderdeel van mijn persoonlijke marketing en bijgevolg een zakelijke context. Zodoende kwam ik voor de keuze: door allerlei hoepels springen en voortdurend alert blijven, of alle persoonsinformatie uit de site slopen. Ik heb gekozen voor het laatste.

Het is op zich wel jammer, maar de interactie met mijn stukjes is toch al voor een groot deel verschoven naar Facebook en Twitter. Ik plaats ze vooral hier omdat ik het copyright kwijt ben als ik ze direct op Facebook zet. En u weet, bij Facebook en Twitter is uw privacy in goede handen. Althans, ze voldoen vast netjes aan de wet. Enfin, deze manoeuvre heeft de volgende consequenties:

  • Reageren is vanaf vandaag niet meer mogelijk op de site. Maar nog wel op Facebook en Twitter dus.
  • Alle oude reacties, voor zover niet verwijderd, zijn geanonimiseerd. IP- en mailadressen zijn uit mijn database verwijderd. Herkenbare namen zijn verwijderd, in sommige gevallen ook uit de reactie zelf, als die daardoor herleidbaar werd.
  • Abonneren op mijn blog is niet meer mogelijk. Bestaande abonnementen zijn gecancelled.
  • Google Analytics is verwijderd, omdat dit vrij gedetailleerde data oplevert die ik kan inzien. Google kan nog steeds zien dat u deze site bezoekt, omdat ik Google Fonts gebruik, maar dat levert geen data op waarvoor ik verantwoordelijk ben. Google bezweert overigens niets met de Font-data te doen.

Er hangt bij mijn weten nog één issue in de lucht, die mijn aandacht heeft. Deze site gebruikt WordPress/Jetpack om statistieken bij te houden. Ik vind het wel fijn om een beetje te zien hoeveel bezoekers ik trek. Voor zover ik nu kan nagaan ben ik niet de eigenaar van de data (waarvan alleen het IP-adres een persoonsgegeven is) die WordPress voor dit doel verzamelt. In elk geval heb ik er geen toegang toe. WordPress zelf is nog druk doende met compliance.

Mijn jaar op WordPress StackExchange

Zoals ik eerder al vertelde, ben ik ergens dit voorjaar actief geworden op StackExchange, een netwerk van gemeenschappen die elkaar op weg helpen met vragen over van alles en nog wat, van theologie tot software. In mijn geval WordPress, de open source software die de motor achter menige website is (ik had al langer een account, maar gebruikte dat alleen passief).

Het model van StackExchange is een prachtig voorbeeld van gamification om participatie te bevorderen en te belonen. Je rijst in de rangen door anderen te helpen, om precies te zijn door vragen te stellen die anderen interessant vinden, en antwoorden te geven waar anderen iets aan hebben. Een stelsel van buttons beloont specifiek gedrag, variërend van een gevatte opmerking maken bij een vraag of het signaleren van spam tot het corrigeren van de grammatica en code-layout om andermans bijdragen leesbaarder te maken of het aantrekken van nieuwe bezoekers (als u massaal op een van onderstaande linkjes klikt, zit er voor mij een bronzen button in). Het systeem zorgt ervoor dat degenen die zich het meest dienstbaar opstellen aan de gemeenschap vanzelf de leiders ervan zijn.

Volgens mij zou deze software ook uitermate geschikt zijn voor bijvoorbeeld politieke partijen om de interne discussie te bevorderen, op een manier die ervoor zorgt dat de zinvolle bijdragen vanzelf boven komen drijven. Iedereen kan bijdragen wat hij wil, maar pas als anderen je waarderen word je werkelijk gehoord. Op StackExchange zijn je bijdragemogelijkheden aanvankelijk beperkt. Pas als anderen je punten geven, groeien die mogelijkheden. Er is bovendien software actief die verdachte patronen signaleert, bijvoorbeeld een serie spambots of trollen die elkaar punten geeft om in de rangen te stijgen. Dat wordt vanzelf afgestraft.

Lees verder Mijn jaar op WordPress StackExchange

Mijn avonturen op StackExchange

StackExchange is een netwerk van Q&A sites. Je kunt er vragen stellen en hopen dat je antwoord krijgt van experts op het betreffende gebied. Toen ik bezig was mezelf WordPress aan te leren heb ik er veel aan gehad. Dus toen ik halverwege mei wat tijd over had, meldde ik me aan om andermans vragen te beantwoorden en opgedane kennis te delen (klik vooral even om te bekijken hoe zoiets eruit ziet).

Het blijkt iets verslavends te hebben. Niet alleen omdat je in de hiërarchie kunt stijgen doordat medegebruikers je vragen en antwoorden liken, maar ook omdat er een sociaal netwerk aan vasthangt, via een chatfunctie die je pas ontdekt als je wat serieuzer kijkt hoe de site in elkaar zit. Nerds onder elkaar kunnen het erg gezellig hebben, ongeacht of ze nu in Hyderabad, Portland of Reykyavik zitten.

Natuurlijk heb ik weer eens een bezigheid gevonden waar ik niet rijk van ga worden. En het heeft ook iets frustrerends om iedere ochtend bij het inloggen een handvol Indiërs aan te treffen met luie vragen over hun webshop (gelukkig denkt mijn collega in Hyderabad daar hetzelfde over, dus ik hoef niet te denken dat het iets cultureels is of zo). Maar open source software is en blijft een mooie uitvinding die het verdient om werk van te maken.

Mijn eerste WordPress plugin geaccepteerd

Omdat ik niet tevreden was over de snelheid van het framework dat ik gebouwd had om mijn inmiddels bijna twintig WordPress sites mee vorm te geven, ging ik op zoek naar een tool om te analyseren welke delen van mijn code efficiënter zouden kunnen. Zo’n stuk gereedschap (een WordPress plugin, heet dat) bleek niet te bestaan – althans, ik kon hem niet vinden.

Dus heb ik er zelf een geprogrammeerd. Daarmee kon ik de tijd die het framework nodig heeft om een webpagina op te bouwen vanuit de database meer dan halveren. Dat heeft gevolgen voor de snelheid en daarmee ook het energieverbruik van de sites. Kortom, ik was daar wel content mee.

Dus heb ik de tool aangeboden voor opname in de plugin-lijst van WordPress zelf. Tot mijn verbazing werd hij binnen een dag geaccepteerd. Dus is de Theme & Plugin Profiler nu te vinden in de Repository van wordpress.org. Ik heb ook nog een site met wat hulp gebouwd bij wordpress.com. Nu maar afwachten of mensen het weten te vinden.

Hieronder nog wat technische informatie met het oog op zoekmachines.

Lees verder Mijn eerste WordPress plugin geaccepteerd

Een nieuwe jas voor mijn Yazoo site

Bijna 35 jaar geleden kocht ik mijn eerste elpee, Upstairs at Eric’s van Yazoo. Experimentele synthesizermuziek van Vince Clarke, die uit Depeche Mode afkomstig was, in combinatie met de bluesy stem van zijn voormalige klasgenote Alison Moyet. Het kostte me enkele jaren om de plaat (en de enige andere die het duo nog zou maken) helemaal te doorgronden en te waarderen.

Nadat ik op reis in de Verenigde Staten en Japan bijzondere edities op de kop had getikt, ontpopte ik mezelf tot verzamelaar. Om die verzameling bij te houden maakte ik een catalogus, door informatie bijeen te sprokkelen uit mijn eigen collectie en die van enkele andere fanaten. Die discografie staat sinds een jaar of tien online.

Kortom, het werd tijd om die site eens een update te geven. Het paasweekend was daar een mooi moment voor. De Yazoo site ziet er totaal anders uit dan mijn persoonlijke pagina’s, maar wordt zoals al mijn sites aangedreven door hetzelfde, zelfgebouwde WordPress-thema.

Check mijn portfolio op technolo.nl

Zo, het heeft een weekend gekost, maar mijn portfolio als wetenschapsjournalist staat nu als een huis op Technolo. De komende weken zal ik er nog meer content op zetten. Check vooral de special ‘Duurzaam tot in details’ (liefst op groter scherm dan een mobieltje). Dat is waar online journalistieke producties in de toekomst naartoe gaan, denk ik. Alleen een tekst schrijven zal niet meer genoeg zijn.

Voor de techies onder mijn lezers: de site is gemaakt met WordPress. Daarvoor heb ik een eigen framework gebouwd waar inmiddels zo’n tien sites op draaien. Het coderen van dat framework heeft wat meer tijd gekost dan een weekend, maar nu heb ik dus wel een stuk software waarmee ik in een paar uur met point-and-click complexe sites in elkaar kan zetten. De special is maatwerk met wat inline javascript.

Webtaal op de snijtafel

Zoekmachines, mobiele apparaten en behoefte aan interactiviteit zijn de drijvende krachten achter een nieuwe versie van de webtaal html, die nog volop in ontwikkeling is, maar deels ook al ingevoerd. De nood is hoog.

Veel mensen weten dat de postbode van internet, IPv4, een protocol uit de jaren zeventig is dat met lapmiddelen in de lucht gehouden wordt, omdat de overgang naar IPv6 zo traag verloopt. Minder bekend is dat de taal waarin webpagina’s geschreven wordt, html versie 4, ook alweer vijftien jaar oud is – en piept en kraakt dat het een lieve lust is.

Lees verder Webtaal op de snijtafel

WordPress url shortener werkt niet

Even een blogje voor de zoekmachines: ik kwam erachter dat de url-shortener (dat geeft die wp.me adressen die zorgen dat een link niet zoveel tekens kost op twitter) van Technolo niet werkte. De korte url’s verwezen naar de ontwikkelsite technolo.cjbj.nl, waar ze op een ‘forbidden’ stuitten. Alle tweets die Technolo er de afgelopen maand uitgooide, gaven dus een ongeldige link mee. Dat had ik dus moeten testen…

De oorzaak bleek te zijn dat Jetpack, dat de shortener verzorgt, bij installatie het adres van de site vastlegt. Als je dat later verandert, kun je zelf niet meer bij de Jetpack-instelling, want die staat bij WordPress op de server. Je moet dus Jetpack deïnstalleren (verwijder ook de database entries), als je van ontwikkel- naar permanent adres switcht, en dan weer installeren. Dan krijg je een nieuw nummer op je nieuwe adres. Wanneer je, zoals ik met technolo.nl, een andere wordpress site op hetzelfde adres hebt gehad, kun je ook het oude jetpack nummer recyclen. Dan neem je meteen je oude statistieken mee.

Vijf basistechnieken voor flexibel webdesign

Een website telt tegenwoordig niet mee als hij niet goed op een mobieltje te lezen valt. Dat komt onder meer omdat mensen er steeds vaker op belanden via een link op Twitter (merk ik in elk geval). Een site moet zich dus aanpassen aan het schermformaat van de gebruiker. Dit heet flexible/adaptive/fluid/responsive design. Het lijkt ingewikkeld, maar in de praktijk is het goed te doen, nadat je jezelf over de drempel gezet hebt dat je niet meer op de pixel nauwkeurig al je pagina-elementen kunt neerzetten. Hieronder een stappenplan, waarbij ik aanneem dat je al weet hoe je een inflexibele site maakt.

Lees verder Vijf basistechnieken voor flexibel webdesign