Bericht uit Kadidiri

De Togians zijn een kleine eilandengroep in de golf van Tomini. Het is een uur of vijf varen vanuit Ampana, op het Indonesische eiland Sulawesi. Ampana ligt op zeven uur hobbelen van Poso, dat beschikt over een vliegveld en een ziekenhuis. Ik zit op Kadidiri, dat op zijn beurt een uur per prauw verwijderd is van Wakai, het hoofddorp op de Togians. Kadidiri bestaat uit weinig meer dan een klomp gestolde lava, een hagelwit strandje van enkele tientallen meters lang, een heleboel palmen en wat hutjes. Leven kost hier een tientje per dag, inclusief logies en alle maaltijden. Je moet natuurlijk niet ziek worden.

Kortom, Kadidiri is een paradijselijk oord ver van de bewoonde wereld. Nu is het de laatste jaren in oorden ver van de bewoonde wereld gebruikelijk om Internet-cafés te openen. Dit ten behoeve van technofielen die niet zonder kunnen. Kadidiri doet niet mee. Er is geen elektriciteit. Kadidiri heeft niet eens stromend water. Alleen koraal, vis en kokosnoten.

Ik denk aan mijn lotgenoten in het evenzo zonnige Californië. Ook zij moeten het af en toe zonder elekriciteit stellen, de arme drommels. Dat komt omdat hun regering onder het motto ‘wel privatiseren, geen marktwerking’ besloten heeft dat kiloWatturen niet teveel mogen kosten. Alsof het kokosnoten zijn die voor niks uit de hemel komen vallen en totaal geen schade aan het milieu berokkenen.

Onder het genot van een verse mango sla ik onmiddellijk aan het rekenen. Californië heeft dik 34 miljoen inwoners. Stel dat gemiddeld voor de helft van hen 24 uur per dag een Pentium-computer draait. Een gewone pc verbruikt 120 Watt, waarvan ruim de helft voor de processor en de bijbehorende koeling. Alleen al processor en koeling vergen dan 17*70=1190 MegaWatt aan vermogen. Dat is vier procent van het totale Californische elektriciteitsverbruik.

Transmeta

Nu bestaat er een bedrijf dat Transmeta heet. Het zit in Silicon Valley en maakt processoren die precies hetzelfde doen als een Pentium, maar dan voor maximaal zes Watt per processor. Koeling is niet nodig. Door die te gebruiken kan Californië al gauw een GigaWatt besparen zonder iets te hoeven laten. Als alle rampscenario’s over gemiste inkomsten van de nieuwe economie in The Valley waar zijn, mogen de meerkosten van een Crusoe-processor (zo noemt Transmeta zijn geesteskind) toch geen probleem zijn.

Dit is uiteraard allemaal onzin. Achterover leunend in het zand, genietend van de zonsondergang en de geur van vers gebakken vis kan het lot van Silicon Valley mij werkelijk helemaal niets schelen. Ze zoeken het maar uit met hun e-business, al mag ik hopen dat de energiecrisis stevig doorzet in wat een van de meest milieubelastende industrieën ter wereld dreigt te worden. Dat zal ze leren. Ik hoef even geen elektriciteit, dat houtvuurtje in het zand geeft ook mooi licht.

Alhoewel, één ding is geen onzin. Ik heb inderdaad een reflex om meteen aan het rekenen te slaan als ik een paar getallen in mijn hoofd heb. Een tientje per dag! Dan kun je voor tienduizend gulden drie jaar blijven hangen. Dat heb ik wel. Sterker nog, als ik al mijn rekeningen leeghaal en mijn huis en andere bezittingen verkoop, kan ik de rest van mijn leven hier bivakkeren en helemaal niets meer doen. Lekker een beetje luieren op mijn bijna onbewoonde eiland en geen moment meer denken aan Pentiums en Crusoes.

Ook dat is natuurlijk een illusie. Ik zal terugkeren naar Nederland en weer stukjes schrijven op mijn pc. Ieder mens heeft zo zijn lotsbestemming en plichtsbetrachting. Maar deze column schrijf ik op papier. Dan geef ik hem aan Agus, die hem in Wakai aan de kapitein van de veerboot naar Ampana geeft. Daar gaat de brief naar het postkantoortje. Met een week of drie heeft de redactie ‘m wel.

Eerder verschenen in De Ingenieur nr 12, 2001