Naar Tomohon (5): Varanassi

In 2004 trok ik vier maanden uit om over land te reizen van mijn huidige woonplaats Rotterdam naar Tomohon, het dorp in Indonesië waar ik opgroeide. Alles bij elkaar schat ik het op zo’n 25.000 kilometer, afgelegd met de trein en bussen van alle formaten, per taxi, jeep, op boten en veerpontjes, en natuurlijk te voet. De thuisblijvers stuurde ik af en toe een nieuwsbrief.

Het water van de Ganges bij Varanasi is zo vervuild dat er geen leven in mogelijk is. Behalve dan voor de ongeveer vijftien miljoen darmbacteriën per liter die er via de riolen van de stad in belanden. Dat is inderdaad boven de Nederlandse zwemwaternorm. Langs de rivier vinden crematies plaats, waarna de as in het water verstrooid wordt. Af en toe wordt er wel eens een lijk rechtstreeks in de Ganges gedumpt.

Hindoes geloven massaal dat het nemen van een bad in de Ganges bij Varanasi bevorderlijk is voor het welzijn in zowel dit leven als het volgende. Ze poetsen ook hun tanden met het water. Mijn vermoeden is dat zulks alleen mogelijk is dankzij speciale bescherming van Shiva, de schepper en vernietiger, voornaamste god van Varanasi.

De meest opvallende aanbidders zijn groepjes luidruchtige, in het oranje geklede mannen, die door de stad hollen op weg naar het water. Daarbij doen ze ook enige van de tientallen zoniet honderden tempels en tempeltjes aan die langs de rivier staan, soms met oranje gekleurde shivabeelden, soms simpelweg met een yoni-lingam (ja, zoek dat maar eens op in het woordenboek).

Mughals

Tussen al die tempels staat ook een zwaarbewaakte moskee. Dat komt omdat de Mughal-veroveraars van India de gewoonte hadden om overal waar ze kwamen de belangrijkste tempel af te breken en er een moskee voor in de plaats te zetten. Hindoefundamentalisten willen dat proces omkeren. In Ayodya is de moskee al met veel bloedvergieten vernietigd en de autoriteiten willen herhaling voorkomen. Dus moeten de oranje mannetjes zich laten fouilleren als ze in de buurt komen.

Ondertussen zijn de belangrijkste monumenten van noord India wel door die Mughals gebouwd, namelijk de forten annex paleizen van Lahore, Delhi en Agra (waar ook de Taj Mahal staat), stuk voor stuk indrukwekkende bouwsels van rood zandsteen met verfijnde paleizen van wit marmer erin.

Denk overigens niet dat alle Mughals zeloten waren. De voornaamste, Akbar de Grote, hield er juist behoorlijk liberale opvattingen op na, met als gevolg dat een van de grootste, functionerende moskeeen van India nu hindoemotieven in het interieur heeft en een uitspraak van Jezus boven de hoofdingang. Van zijn echtgenote is in het Nationaal Museum te Delhi een portret in doorschijnend gewaad te zien. Je vraagt je dan toch een beetje af hoe de artiest dat bij zijn mecenas brengt: “Astublieft sire, hier heb ik een mooi topless portret van uw vrouw.” Zo ruimdenkend waren wij in Europa vier eeuwen geleden nog niet.

Inmiddels ben ik de grens met Nepal overgestoken, zodat jullie mogen vaststellen dat ik de gevaarlijkste bestemming van mijn reis overleefd heb. Net als Shiva heeft Varanasi namelijk een duistere kant: er verdwijnen hier jaarlijks vijf tot tien toeristen spoorloos. Men spreekt van criminaliteit, maar het is natuurlijk goed denkbaar dat je geofferd en wel aan de vernietiger de Ganges afdrijft.

Lees verder