Selectie aan de poort

Bij de deur hing een bordje. Leerlingen links, bezoekers rechterdeur. Merkwaardig, dacht ik nog, terwijl ik besloot toch maar te gehoorzamen en via de rechterdeur het Regionale Opleidingscentrum, voorheen een MTS, binnen te gaan. Toen begreep ik het. Bezoekers mochten ongehinderd doorlopen naar de receptie. Achter de linkerdeur stonden detectiepoortjes. Een beveiligingsman van zeker honderd kilo hield de wacht. Terwijl ik stond te wachten, ging het poortje af. De beveiliging was onverbiddelijk. Tas openmaken. Er zat niks verdachts in. Het meisje moest nog een keer door het poortje. Ze was clean. Welkom op school.

Onwillekeurig gingen mijn gedachten naar de slechtste film die ik dit jaar gezien had. ‘Save the last dance’ ging over een blank meisje dat na de dood van haar moeder introk bij haar vader in New York. Daar kwam ze op een zwarte school terecht, waar ze de hiphop leerde kennen, alsnog haar ambities als ballerina waarmaakte en en passant ook nog eens de liefde van haar leven opdeed. Op die school werd bij de ingang stevig gefouilleerd werd, vandaar mijn associatie.

De directeur, met wie ik een afspraak had, wekte me uit mijn mijmeringen. Ik liep mee naar zijn kamer. We zouden het over de stand van het middelbare techniekonderwijs hebben. Er kwam de laatste jaren nogal wat aan vernieuwing over hem heen. De fusie van lbo en mavo tot vmbo betekende een nieuw type leerlingen. Er moest meer met ICT gedaan worden. Meer zelfwerkzaamheid. Meer praktijkgericht. Gelukkig was de overheid tegenwoordig iets scheutiger met geld en het bedrijfsleven wilde vanwege de enorme krapte op de arbeidsmarkt ook graag z’n steentje bijdragen.

Maar een klus bleef het. Vooral als je bedacht dat de voornaamste ambitie van de school was leerlingen wat basisvaardigheden bij te brengen en ze op het rechte pad te houden. ‘We hopen gewoon dat ze nog eens een baan krijgen’, zei de directeur. De uitval op zijn school was schrikbarend, erkende hij. De ROC’s staan onderaan de ladder voor onderwijs aan mensen boven de zestien. Hier geen bindende studieadviezen en andere maatregelen om ondermaatse studenten weg te jagen en zo het rendement van de opleiding wat op te krikken. Iedereen die zich aanmeldt, krijgt les, net zo lang tot het lukt.

Wat een contrast met de topmaster uit de plannen van minister Hermans. De TU’s mogen een select gezelschap briljante superingenieurs gaan opleiden. Over overbodige heisa gesproken. Als je echt briljant bent, dan red je jezelf wel en heb je helemaal geen geniale prof nodig voor je colleges. Het zal best een gezellig onderonsje worden, die topmasteropleiding, met veel ‘intellectuele bevrediging’ en ‘inspirerende contacten’, maar het zal geen betere ingenieurs opleveren. Het enige dat de topmaster doet, is door extra selectie aan de poort het aanwezige talent bundelen. Daardoor lijkt het alsof je de kwaliteit verbetert, terwijl je in feite alleen de zichtbaarheid vergroot.

Goed, ik was dus even afgeleid door de topfata morgana en moest de directeur vragen zijn laatste zinnen wat nader toe te lichten (een interviewtruc om te verdoezelen dat je even niet hebt opgelet). Hij vertelde over de scepsis die bij veel van zijn docenten leefde over de onderwijsvernieuwing. Die zelfwerkzaamheidsmode was leuk, maar veel leerlingen konden dat helemaal niet aan. Die moest je aan het handje meenemen, in de hoop dat ze iets opstaken. Als je hen alleen liet, dan gebeurde er helemaal niets.

Aan het ROC, waar de noeste handwerkers van technisch Nederland werden opgeleid, liet niemand zich afleiden door topgedoe. De essentie van goed onderwijs was nou juist je te concentreren op degenen die dreigden af te haken en hen over de drempel te trekken. De directeur zei het niet letterlijk zo, maar het was duidelijk dat een ander idee niet eens in hem opkwam. Zijn taak was domweg niet om zijn school een goed rapportcijfer te bezorgen door zich te concentreren op de studenten aan wie de meeste eer te behalen viel. Laat staan dat hij de mindere goden zou willen weren. Op zijn school betekende ‘selectie aan de poort’ niet dat je intellectuele bagage gecontroleerd werd, maar dat iemand je rugzakje doorzocht of er geen mes of pistool in zat.

Eerder verschenen in De Ingenieur nr 13/14, 2001