De schoonheid van kernproeven

Boek Kernproeven

‘Mocht de schittering van duizend zonnen plots aan de hemel uitbarsten, dan zou het zijn als de pracht van de Almachtige (…) Ik ben Dood geworden, de vernietiger van werelden.’ Met dat citaat uit de Bhagavadgita omschreef Robert Oppenheimer de eerste test van een atoombom in de woestijn van New Mexico. De Verenigde Staten zouden nog 215 bovengrondse kernproeven laten volgen.

In ‘100 Suns’ heeft fotograaf Michael Light honderd foto’s van bovengrondse proeven verzameld. Er staat geen commentaar bij, alleen wat droge feiten over de proef achterin het boek, dat zeer verzorgd is uitgevoerd. De aandacht gaat puur uit naar het beeld. Op sommige zijn wegduikende soldaten te zien, maar de indrukwekkendste foto’s laten slechts de explosie zelf zien, bijvoorbeeld van bom Harry, 19 mei 1953, op 0,0001 seconde na de detonatie. Harry ziet eruit als een gedeukte maan, bij benadering rond en vol kraters van onstuimig stof.

De meeste foto’s zijn zwart-wit, maar er zitten er ook plaatjes met felle oranje en gele tinten tussen. Bom Wahoo, onder water tot ontploffing gebracht bij het atol Enewetak, is goed voor helblauw beeld. Wie bladert door ‘100 Suns’ gaat steeds beter begrijpen waarom Oppenheimer voor de heilige tekst van de Bhagavadgita koos: de esthetische verschijning van de vernietiging is overweldigend.

Michael Light, 100 Suns. Jonathan Cape, 2003.