Orhan Pamuk

165

In de zomer van 2005 voer ik met een vrachtboot van Haifa naar Athene. Aan boord viel werkelijk helemaal niks te beleven; ik mocht ook maar op een paar plekken komen. Gelukkig had ik ‘Sneeuw’ van Orhan Pamuk. Het boek hield me stevig in de greep, van het naturalistische begin tot het absurde eind. Terrorisme, hoofddoekjes, fel nationalisme, alle explosieve onderwerpen van het hedendaagse Turkije passeerden de revu. En daartussendoor speelde ook nog eens een tragische liefdesgeschiedenis. Het was zo absorberend dat ik weinig oog had voor de passerende Griekse eilanden.

‘Sneeuw’ is Pamuks meest toegankelijke roman. De andere zijn taaier leesvoer. Het leest langzaam, want Pamuk vergt veel concentratie van zijn lezers, maar als je de laatste bladzijde omslaat, heb je wel iets substantieels achter de kiezen. Mijn favoriet is ‘Het nieuwe leven’, ook een liefdesgeschiedenis, maar tegelijkertijd een verwarrende zoektocht naar identiteit. Als lezer raak je de logische draad al snel kwijt en toch blijft het fascineren.

Ongetwijfeld zal het gedoe om zijn persoon hebben meegespeeld bij de toekenning van de Nobelprijs vandaag, maar laat niemand vergeten dat hij ook een echt groot schrijver is.