Waarom we verloren hebben

205

David Rietveld concludeerde het al: GroenLinks scoort nog vooral goed in rijke blanke gemeenten, studentensteden en Amsterdam. Kortom, de woonplaatsen van de gevestigde en aankomende intellectuele elite. Daar valt weinig tegenin te brengen. Vervolgens richt David zijn pijlen op de partijtop. Dat vind ik onterecht. Als GroenLinks steeds minder kiezers aanspreekt, dan ligt dat aan de partij als geheel, niet uitsluitend aan de top.

Toen ik jaren geleden voorzitter was van de partijraad, was het een verademing als Wijnand Takkenberg weer eens naar de microfoon liep. Dan kreeg je tenminste recht voor zijn raap opmerkingen. Het kader van de afdeling Rotterdam is gezegend met een enkele buschauffeur die ons bij voortduring op de nuchterheid van de straat tracteert. Zo vaak als ik niet blikken van partijgenoten gezien heb: die volkse praat is best vermakelijk, maar je kunt er niks mee. Genant, vond ik dat.

Dit is het probleem van GroenLinks, niet van de top, maar van de partij als geheel: een gebrek aan arbeiders onder de leden. Daardoor kent de partij de taal niet meer. Burgers aan de onderkant van de samenleving voelen dat feilloos aan: wel voor ons, maar niet door ons. Dat manco uit zich op allerlei wijzen, bijvoorbeeld in het campagnemateriaal. Dat was visueel prachtig, maar om de slogans te begrijpen had je minstens vwo nodig.

Zo was er een in bevoogdend arabisch opgestelde tekst ‘Vergroot je kansen, leer Nederlands’. Mooie, ironische slogan, die echter pas op zijn plek valt binnen een politiek referentiekader. Heb je dat kader niet, dan word je gewoon beledigd, zo verzekeren Rotterdamse partijgenoten van Marokkaanse afkomst.

In Paul Rosenmöller en Ab Harrewijn had GroenLinks mensen die de taal van de straat en de kades spraken. Femke Halsema spreekt die taal niet, maar je kunt haar hoogstens verwijten dat zij de toch al massaal aanwezige neiging tot intellectueel elitarisme in de partij versterkt heeft in plaats van afgedempt. Dat verwijt treft echter net zo goed de leden die haar gekozen hebben en die haar optreden op grote schaal waarderen.

De switch van Rosenmöller naar Halsema reflecteert ook een verandering in het ledenbestand van GroenLinks, dat zijn arbeiders naar de SP zag vertrekken. GroenLinks heeft drie verkiezingen op rij verloren niet om wat ze gedaan heeft, maar om wat ze is.

De vraag is hoe erg dat is. Een partij die zoveel mogelijk macht wil, kan niet anders dan teleurgesteld zijn. Maar GroenLinks is geen volkspartij. Het is een ideeënpartij. Een partij die zichzelf vooral als denktank ziet, hoeft alleen een bepaald volume te hebben om haar apparaat aan de gang te houden.

Die kritieke ondergrens is nog niet bereikt en ik vermoed dat de intellectuele elite van Nederland groot genoeg is om GroenLinks overeind te houden. Groepen in een emancipatieproces zullen zich tijdelijk bij de partij aansluiten, omdat zij er steun voor hun ontwikkeling kunnen vinden, maar als hun doel bereikt is, zullen zij hun eigen weg gaan. Dat is jammer van de zetels, maar wel een behaald politiek doel.

Hopelijk gaat de evaluatie van de verkiezingen daarom vooral over de positie die GroenLinks heeft en wil hebben. Afgeven op de top is een te makkelijke optie.