Zicht op de stem

187

De verkiezingen komen er aan, dus krijgen we vanzelf gedoe over stemmachines. De actiegroep ‘Wij vertrouwen stemmachines niet’ haalde onlangs het nieuws door aan te tonen dat de machines van Nedap eenvoudig te manipuleren waren. Je moest wel toegang hebben tot de apparaten, maar dan was het een koud kunstje om een chip te vervangen en zo de uitslag te beïnvloeden. Je kon bij wijze van spreken een wifi-chip inbouwen en van een afstandje zelf elke stem afluisteren en veranderen. Om de kwetsbaarheid van de software in het apparaat aan te tonen, herprogrammeerden de actievoerders ook een machine tot schaakcomputer.

In reactie worden de machines nu ongetwijfeld beter bewaakt, zeker in Rotterdam, waar er 400 losjes opgestapeld in een hok bleken te staan, zonder cameratoezicht. Bovendien wordt de beveiliging op ouderwetse wijze uitgebreid met een verzegeling. Een fysieke maatregel dus, geen elektronische. Maar heel erg waterdicht klinkt dat niet, want ook met zegels valt te manipuleren. Al is het voordeel natuurlijk wel dat de controle met mensenogen te verrichten valt.

Nu moet ik eerlijk bekennen zelf ook minder vertrouwen te hebben in een stemmachine dan in een ouderwets rood potlood. Daar is een hele simpele reden voor. De fysieke controle die ik over een stuk papier heb, is groter dan over een machine. Voor mijn gevoel van zekerheid is niets beter dan een stuk papier. Al wordt er alsnog een ingewikkelde quantumcryptografische procedure gevonden die geheel waterdicht is, dan nog legt de stemmachine het af tegen het papier. Ik kan het eindresultaat simpelweg nooit met blote ogen controleren.

In al het gedoe rond de kraak van de stemmachines viel het me dan ook op dat iedereen het had over de betrouwbaarheid van procedures en mensen rond de machines. Daar moest meer zekerheid over komen. Dat is volgens mij helemaal zoeken in de verkeerde richting. Al die extra zekerheden om de machine heen, zijn voor mij als kiezer namelijk onzichtbaar. Ik moet er maar op vertrouwen dat het goed gaat.

Hier ligt volgens mij de crux: de controle over het vastleggen van zijn stem moet terug naar de kiezer. Dat betekent dat het niet genoeg is zijn stem ter controle even weer te geven op een schermpje (dat overigens op tientallen meters uit te lezen valt, vanwege de gegenereerde elektromagnetische straling). De kiezer moet iets te zien krijgen dat onveranderbaar is. Dat is de ultieme controle.

De machines van Nedap laten geen ‘paper trail’ achter. Dat wil zeggen, ze printen de uitgebrachte stemmen niet meteen op een stukje papier. De toegevoegde waarde daarvan is ook gering, want dezelfde chip die het geheugen manipuleert, kan dat uiteraard ook met het interne printertje doen. Dat wordt heel anders als de kiezer de paper trail te zien krijgt. Dan heeft hij namelijk een fysiek bewijs dat zijn stem correct genoteerd is. Beter is er niet. Idealiter is het ook die paper trail die de basis vormt bij het tellen, met het geheugen van de machine als controle – niet omgekeerd. Dit geeft natuurlijk enige vertraging, maar als je het slim doet, hoeft het niet veel te zijn.

Even uit de losse pols: de stem wordt geprint op een rol papier, in de vorm van lijstnummer en kandidaatnummer. Iedere kiezer krijgt zijn stem op een schermpje te zien en na bevestiging op het papier, dat achter een venstertje langsrolt. Na sluiten van het lokaal gaat de papieren rol in een machientje voor optical character recognition. Daar komt de uitslag na een minuut of zo uit.

Nou kan dat ocr-apparaat uiteraard ook gemanipuleerd zijn. Daarom heeft de voorzitter van het stembureau een random generator, waarmee hij de stemmachine nog een rol papier laat genereren, waarvan hij de uitslag dus kent. Ter controle gaat deze rol ook in het ocr-apparaat. Er valt ongetwijfeld nog wat te fijnslijpen, maar volgens mij klopt het zo ongeveer wel.

Er is geen reden om meteen in paniek te raken als een stel hackers een kunstje uithaalt. Teruggrijpen op papier en potlood is immers geen garantie voor een betrouwbaarder resultaat. Wel moeten we ons realiseren dat de stemmachine pas aan het begin van zijn ontwikkeling staat. Daarom is op dit moment de technologie leidend. Maar het wordt zo onderhand wel tijd de apparaten beter te laten aansluiten bij de beleving van de gebruiker.

Eerder verschenen in De Ingenieur nr 19, 2006.