Interessante senaatslijst

213

De kandidaten voor de Eerste Kamer van GroenLinks zijn bekend. Het gezelschap is veel diverser dan dat voor de Tweede Kamer, of in elk geval minder Amsterdams, en logenstraft daarmee de bewering van de eerste commissie dat talent nu eenmaal in de Randstad geconcentreerd is.

De gedoodverfde kandidaat voor het lijsttrekkerschap, Tof Thissen, heeft in de persoon van Yolan Koster-Dreese bovendien wel een tegenstrever gekregen. In het rijtje daarachter valt Arie van den Brand op, die eerder de Tweede Kamer verliet wegens gezondheidsklachten, maar zich nu kennelijk fit genoeg voelt voor een comeback.

Ook opvallend is het feit dat drie kandidaten via de beroepscommissie een hogere plek in het voorstel afdwongen. In twee gevallen probeerde de kandidatencommissie in milde bewoordingen iemand af te serveren, waarop de beroepscommissie de argumentering onvoldoende verklaarde. Schrijf je oordeel dan keihard op, zou ik zeggen.

Dat deed de commissie in het geval van Leo Platvoet: “Met zijn scherpe toon, soms persoonlijke kritiek en oncollegiaal gedrag is hij in staat partijgenoten en fractiegenoten van zich te vervreemden. Hij is zich daar in de ogen van de commissie te weinig van bewust. Zijn gebrek aan empathisch vermogen maakt hem niet geschikt voor een plaats in een kleine fractie.”

Hier krijgt Leo de rekening gepresenteerd voor zijn stellingname in de zaak Pormes. Die discussie moet maar op het congres gevoerd worden, vond de beroepscommissie. Ik verheug me nu al op een gezellige bijeenkomst op 3 februari.