Rita gijzelt het parlement

217

“Goedemorgen, mevrouw, wij zijn de meerderheid van de Tweede Kamer en wij willen graag dat u stopt met het uitzetten van asielzoekers tot we een definitieve regeling hebben.”

“Dat lijkt mij staatsrechtelijk niet in orde.”

“Mevrouw, de Tweede Kamer is de grondwettelijke vertegenwoordiger van het Nederlandse volk. Als wij in meerderheid iets beslissen, dan moet de regering het uitvoeren.”

“Ja, maar het is onuitvoerbaar.”

“Zullen we het dan maar zelf doen?”

“Vooruit, dan is het uitvoerbaar tot het volgende debat over deze kwestie. Maar daarna is het weer niet uitvoerbaar.”

“Wat is dat nou voor draaikonterij?”

“Ik draai niet, ik ben recht door zee. Het is onuitvoerbaar, want het gaat om 100.000 mensen, nee 200.000, nee 250.000.”

“Heeft u nog zoveel mensen in azc’s zitten die u snel wilt uitzetten?”

“Nee, zoveel mensen komen hierheen als ik niet nu onmiddellijk doorga met uitzetten. U kent de beelden, heel Afrika is van plan via de Canarische eilanden hierheen te komen.”

“Dat lijkt ons wat overdreven. Wij willen gewoon een tijdelijke stop voor ongeveer 11.000 mensen die bij u met naam en toenaam bekend zijn.”

“Nee. Wilnie.”

“Je moet.”

“Wilnie.”

“Je moet.”

“Als ik moet, ga ik weg en neem ik al m’n vriendjes mee. Liever het land in crisis dan doen wat het parlement beslist.”