En toen waren er nog drie

460

Het Rotterdamse poppodium Baroeg gaat voor tenminste drie maanden dicht, nadat bij een vechtpartij een dode was gevallen. De vraag is of de noodlijdende club, een van Nederlands prominentste op het gebied van metal en gothic, dit ooit nog te boven gaat komen. Dat betekent dat er nu nog drie live-podia van enig formaat open zijn in Rotterdam: Waterfront, Worm en Rotown.

De wel/niet open soap rond Nighttown houdt ondertussen aan. Of misschien moet ik zeggen MyTown, want die naam hebben de beoogde nieuwe exploitanten laten registreren. Dat lijkt vooral een actie om Heineken, die de naam uit het faillissement overnam, onder druk te zetten.

Ook ondertussen voert cultuurwethouder Orhan Kaya de spanning steeds verder op door de kaken stijf op elkaar te houden waar het zijn plannen met de popsector betreft (er is op korte termijn een bedrag van drie ton te verdelen). Een door hem op pad gestuurde adviseur heeft begin mei een rapport afgescheiden, dat inmiddels door de dienst gekneed is en door het college goedgekeurd schijnt te zijn, maar ook weer niet zo goedgekeurd dat het openbaar is.

Als voorzitter Waterfront begin ik zo onderhand toch wel behoorlijk ongeduldig te worden, want het rapport was voor eind mei beloofd en ik moet weten hoeveel geld er voor de professionalisering van Waterfront beschikbaar is. De luwte van de zomer is namelijk het beste moment voor verbouwingen, vernieuwing van het computernetwerk, ophangen van beveiligingscamera’s en zo nog het een en ander.

Update paar dagen later: het stuk is er. Goede analyse van de sector, veel geld om Baroeg overeind te houden. Er is geld voor professionalisering, maar alleen voor plannen die meerdere podia samen indienen. Een interessante keuze, die het weliswaar lastiger maakt, maar ook uitdagender om bij het geld te komen.