Bericht van Gringo: Zacatecas

507

Ingeklemd tussen twee steile heuvelruggen heeft het uit roze zandsteen opgetrokken Zacatecas moeten bezuinigen op ruimte. Nauwe straten dus, en krappe plaza’s. Voor het eerst op deze reis had ik het gevoel daadwerkelijk in Spanje te zijn, in Granada bijvoorbeeld, waar je eveneens prachtige doorkijkjes door steegjes hebt. Ook de kathedraal kon niet te groot worden, hetgeen gecompenseerd is met de detailrijkste gevel van Mexico. Het mocht wat kosten.

Dat Zacatecas hier ligt en niet een paar kilometer verderop, waar meer ruimte is, heeft een eenvoudige reden: zilver. Midden in de stad liggen twee verlaten zilvermijnen. Een daarvan is opengesteld voor het publiek en daar ben ik vandaag in afgedaald (met een Otis-lift, maak je er vooral geen al te romantische voorstelling van). Een zilvermijn ziet er niet veel anders uit dan een gewone grot. Ik vroeg me een beetje af waarom ik hiervoor meer moest betalen dan voor het wereldklasse antropologisch museum in de hoofdstad.

Op zijn hoogtepunt produceerde Zacatecas twintig procent van het Mexicaanse zilver, met dank aan vele onvrijwillige, vaak ook minderjarige werknemers, van wie er op zeker moment gemiddeld vijf per dag overleden. Nu zijn de aders uitgeput, maar Zacatecas heeft een nieuw mijntje aangeboord: toeristen.