Zestig pagina’s bloedbad

570

Op 30 april 1975 sloot de Tsjechoslowaakse geheime dienst de dierentuin van Dvur Kralove af van de buitenwereld en overzag de slacht van Europa’s grootste kudde giraffen, bijna vijftig in getal. Dit historische gegeven staat centraal in de debuutroman ‘Giraffe’ van Jonathan Ledgard, die de dieren volgt van hun vangst in Afrika tot hun gruwelijke dood.

Het boek komt langzaam op gang, maar slaagt erin een dromerige sfeer op te roepen, waarin de absurditeit van een Boheemse giraffenkudde zich vermengt met het al even absurde als troosteloze leven onder het communistische regime. Ledgard betoont zich hierin een discipel van Bohumil Hrabal, zij het dat zijn verhaal nogal humorloos is.

Hoewel overladen met lof in Engeland en Amerika valt er wel wat af te dingen op ‘Giraffe’. Met name Ledgards neiging om te laten merken hoe goed hij de affaire wel niet geresearched heeft, gaat af en toe tegenstaan. Maar de zestig pagina’s bloedbad waar het boek mee eindigt, grijpen je bij de strot en laten niet meer los.