Kaya en visie

591

Op het beleidsveld cultuur slaagt GroenLinks wethouder Orhan Kaya in Rotterdam er redelijk in uit de wind te blijven. Het belangrijkste hoofdpijndossier, de popsector, lijkt tot rust te zijn gekomen, ondanks verwoede pogingen van Leefbaar Rotterdam (LR) het vuurtje op te stoken. Zijn visie op de popsector werd alom geprezen.

Op de andere kern van zijn portefeuille, participatie, gaat het echter niet goed. Zijn visie op participatie bleek, na verschillende keren uitgesteld te zijn, minder om het lijf te hebben dan vlak daarvoor gepubliceerde visies van Pvda en LR. Daarna kwam de nota emancipatie. De volledige oppositie diende een ‘motie van overbodigheid‘ in, wegens de nietszeggendheid ervan. Kaya verweerde zich beide keren dat, als de oppositie kritiek heeft, ze maar met zinvolle suggesties moet komen hoe het anders kan.

Naast een akkefietje over zijn prestigeproject Rotterdam Idee stond deze week vastgelopen inburgering op de agenda. Ik was er zelf niet bij, maar afgaande op de verslagen was Kaya’s verweer opnieuw dat de raadsleden zelf maar met creatieve ideeën moeten komen, als ze het zo goed denken te weten. LR en SP zijn logischerwijs het hardst in hun oordeel. Maar als coalitiepartners Pvda en CDA aankondigen samen een motie te gaan indienen “om een rampjaar te voorkomen”, dan sta je politiek niet echt meer aan het roer.

Natuurlijk, er zijn verzachtende omstandigheden. Kaya heeft bijvoorbeeld geen zeggenschap over de dienst waar zijn participatiemedewerkers resideren. Dat maakt de aansturing er niet eenvoudiger op. Maar hij wordt wel gecoached door voormalig wethouder Herman Meijer, die juist altijd uitblonk in het formuleren van visie op dit terrein. Dat dit niet meer oplevert, mogen beiden zich aantrekken. Het is vervelend om te constateren, maar GroenLinks staat er in Rotterdam momenteel slecht op.