Oorlog als motor van de technologie

601a
Bijna alle apparaten die we in het dagelijks leven gebruiken, komen voort uit militaire technologie, claimt de achterflap van Michael White’s ‘The fruits of war’. Dat is allicht wat overdreven, maar een punt heeft hij wel.

Dat de computer het resultaat is van de behoefte in de Tweede Wereldoorlog ballistische banen te berekenen, weten we zo onderhand wel, net als dat de magnetron een spin-off van het radaronderzoek is uit dezelfde tijd en dat internet in de jaren zeventig bedacht is om computerinfrastructuur atoomoorlogbestendig te maken. Minder bekend is dat teflon, in 1938 uitgevonden bij DuPont, zijn doorbraak tijdens de oorlog beleefde als coating voor vaten uraniumhexafluoride in het atoombomprogramma.

Dat laatste meldt Michael White niet in ‘The fruits of war’, waarin hij vertelt hoe behoeftes van generaals de technologie vooruit stuwden. White presenteert teflon als spin-off van de ruimtevaart, waarmee hij in zoverre gelijk heeft dat het spul pas na veelvuldige toepassing in het Apollo-programma de tefalpan bereikte. Een missertje, want teflon zou uitstekend in zijn hoofdbetoog gepast hebben.

Dat betoog is wat genuanceerder dan de achterflap aankondigt. White laat zien hoe militaire en commerciële belangen elkaar overlappen en zo elkaar voorstuwen. Alleen in tijden van oorlog is het leger de overheersende stuwfactor.

Neem bijvoorbeeld onderzoek in het Londense oogziekenhuis Moorfields. Daar bekijkt men hoe lasers ingezet kunnen worden om dunne laagjes van het netvlies af te schrapen, zodat patiënten beter kunnen zien. Het onderzoek is gericht op het helpen van slechtzienden, maar het is niet ondenkbaar dat gezonde ogen erdoor nog beter kunnen zien. Dat is interessant voor het leger, dat dit onderzoek dan ook financiert, in ruil voor rechten op de resultaten. Zeker in de Verenigde Staten wordt heel veel research op deze manier gefinancierd door het Pentagon.

White, gerenommeerd wetenschapsjournalist en ooit heel kort lid van popband The Thompson Twins, organiseert zijn boek in zeven thema’s: medische technologie, wapens, betaalverkeer en logistiek, grondtransport, luchttransport, zeetransport en informatie. Het tweede en de vier laatste hoofdstukken zullen niet zoveel nieuws te melden hebben voor mensen die vaker een boek over techniekgeschiedenis gelezen hebben. Het is de ordening van de feiten die het boek rechtvaardigt, niet de scoops.

Op het gebied van medische technologie heeft vooral de chirurgie veel te danken aan ervaringen met het behandelen van vreselijke wonden op het slagveld. In de zestiende eeuw bedacht de Franse dokter Ambroise Paré dat je open aders na een amputatie beter kon dichtnaaien dan dichtschroeien met een gloeiende pook. Hij ontwierp er een speciale kromme naald voor, die nog steeds dienst doet in de dokterspraktijk, bijvoorbeeld om snel even de kapotte wenkbrauw van een voetballer dicht te naaien.

Ook het moderne bankwezen heeft een belangrijke impuls gekregen van oorlogszuchtige lieden. Stadhouder Willem III, tevens koning van Engeland, bijvoorbeeld, had zoveel geld nodig voor een oorlog tegen de Fransen dat de Bank of England opgericht moest worden om het allemaal te managen.

En zo weet White een heleboel terreinen op te noemen waar technologie en oorlog elkaar ontmoeten. Ondanks de ordening in thema’s is het allemaal nogal hapsnap. De anekdotes volgen elkaar in hoog tempo op, maar de grotere samenhang ontbreekt. Soms krijgt de lezer het gevoel een bundel samenvattingen van boeken over White’s deelonderwerpen te lezen.

Daarbij is hij af en toe slordig. In zijn ethousiasme voor het Romeinse verharde wegennet, zonder welk hun rijk onmogelijk geweest zou zijn, beweert hij bijvoorbeeld dat de Romeinen daarom als eersten zo’n groot gebied onder controle konden houden. Al vele eeuwen daarvoor bouwden de Assyriërs en Perzen een stelsel van verharde wegen in hun rijken van toch ook niet kinderachtige omvang. Tien eeuwen later verzamelden de Mongolen een nog groter wereldrijk bij elkaar zonder noemenswaardige verharde infrastructuur. Samenvattend: ‘The fruits of war’ is een aardig boek, vlot geschreven en met een interessant thema, maar de uitwerking had veel beter gekund.

Michael White, ‘The fruits of war; how militairy conflict accelerates technology’. Pocket Books, 2007.