Middagje commissie JOC

771

De huur van Waterfront stond als tweede echte punt op de agenda, dus laat ik maar om twee uur aanschuiven bij de raadscommissie JOC, dacht ik. Iets na vieren was het punt dan eindelijk aan de orde. Een kwartier later was het voorbij en was er eigenlijk niet zoveel gebeurd.

Iedereen voelt wel aan dat 200.000 euro per jaar nogal boven de marktprijs is voor de ruimtes van Waterfront, maar echt hard te maken valt dat niet, want er is niet zo’n grote markt voor poppodia. Waterfront zelf houdt het op 80.000, tien procent van de woz-waarde, een vrij gebruikelijke huurmaat in het vastgoed. Voorlopig gebeurt er niets, maar er komt wel een bredere discussie over het verhuurbeleid van de gemeente aan gesubsidieerde instellingen.

Daar is reden toe, want het over verschillende diensten versnipperde vastgoed van de gemeente gaat in één hand over. Dat vraagt om eenduidig beleid. Als er marktconform gewerkt gaat worden, betekent dat voor Waterfront waarschijnlijk huurverlaging, maar voor veel andere instellingen huurverhoging. Dan zal de subsidie omhoog moeten om de betreffende organisaties overeind te houden – waar dan weer geld voor is omdat de gemeentelijke inkomsten uit verhuur stijgen. Een duidelijk gevalletje vestzak-broekzak.

Naast dat ik hoop dat het met Waterfront goed komt, is er denk ik vooral reden om goed naar de sportsector te kijken. Anders dan in de cultuur bestaan daar veel vrijwilligersorganisaties wier enige subsidie een uiterst schappelijke huur van de dienst sport en recreatie is. Als die huren marktconform worden, is het nog de vraag of dat via de subsidieweg eenvoudig valt recht te breien.