GroenLinks poponderonsje in Rotterdam

836

‘Sluiting van popzalen dreigt’ knalt het Rotterdams Dagblad vandaag op de voorpagina (iets genuanceerder op de site). Ik kon er niet bij zijn, maar Elbert Kelholt nam gisteren afscheid van het popoverleg dat hij zelf in zijn periode als GroenLinks-raadslid had helpen oprichten. Ter gelegenheid daarvan hadden de verzamelde poppodia een persbericht doen uitgaan.

Het advies van de RRKC, dat voor de muziek is opgesteld door Wim de Gelder, GroenLinks-burgemeester te Bloemendaal en eigenaar van een bedrijf in geluidstechniek te Rotterdam, maakt het de popsector niet eenvoudig. Waterfront, waar ik dan weer voorzitter van ben, komt er behoorlijk goed van af: bijna twee ton extra, na verlies van vijf ton aan loonsubsidies – tel uit je winst. Watt (voorheen Nighttown) dreigt het helemaal niet te halen en Worm krijgt het verlies aan loonsubsidies nauwelijks gecompenseerd.

Cultuurwethouder Orhan Kaya, ook GroenLinks, maant tot geduld. Eind mei gaat het college delibereren of er extra geld komt voor de cultuursector. Het overleg van cultuurdirecteuren heeft becijferd dat er acht miljoen per jaar bij moet om de zaak overeind te houden, en nog eens acht als er werk gemaakt moet worden van de nieuwe prioriteiten die B&W bedacht hebben.

Eigenlijk is het merkwaardig, bedacht ik dit alles overziend, dat maar liefst vier GroenLinksers zo’n prominente rol spelen in een kleine niche van de Rotterdamse cultuur. Maar misschien nog wel merkwaardiger is dat we elkaar eigenlijk zelden spreken en nog nooit met elkaar in een achterkamertje hebben gezeten. Als het iemand anders zou opvallen, zou die er zeker een complottheorie op loslaten, maar de praktijk is prozaïscher. We hebben met z’n vieren geen tijd voor een samenzwering.