De Hollanders van Hoi An

902

In de zeventiende eeuw maakte de aanwezigheid van met name Japanse, Chinese en Nederlandse kooplieden van Hoi An, ongeveer halverwege het land aan dekust, een belangrijke handelsstad. Bovendien was er een uitgebreid achterland, met onder meer hout en zijde als producten.

Maar het echte wonder is dat het er voor een deel nog staat. Hoi An slaagde erin gevrijwaard te blijven van bombardementen tijdens de oorlog, die de rest van Vietnam grotendeels in de as legden, met de lelijke betonnen steden van vandaag als resultaat (hoewel men net als in China niet sentimenteel is aangelegd en er ook zelf niet voor schroomt oude wijken plat te buldozeren).

Kortom, Hoi An is picturesk, een verzameling relatief nauwe straten, geflankeerd door houten huizen en talloze tempels, waarvan er enkele nog werkelijk uit de zeventiende eeuw stammen. Tel daar een rivier bij op waar je een tochtje per sampan kunt regelen bij iemand met een traditionele rieten punthoed, en de toeristenmagneet is af.

Nederlands wordt er nog altijd gesproken op straat, maar de handelaren in houtsnijwerk, zijden jurken en kekke lampionnetjes zijn vooral Vietnamees en Chinees.