De integriteit van een kamerlid

914

Na de affaire Pormes lijkt het alsof GroenLinks een nieuwe ‘affaire‘ heeft. Eigenlijk zit ik teveel onder de jetlag om er een afgewogen mening over te hebben, maar vooruit, toch een poging, een beetje in het licht van de integriteitscode van de partij.

De crux is uiteraard dat de kandidaat openheid van zaken geeft aan de kandidatencommissie. Die kan dan een afweging maken of het opgebiechte feit ernstig genoeg is om iemand van een lijst te weren. Dit is een uitruil: de partij kan niet, als er later toch gedoe om dit feit ontstaat, alsnog de kandidaat laten vallen. Terecht dus dat GroenLinks zich achter Duyvendak opstelt. Het grote verschil met de Pormes-zaak zit erin dat die feiten had achtergehouden.

Dit is een rechtstreeks uitvloeisel van het gebruik van kandidatencommissies, die in vertrouwen gesprekken voeren. Als je wilt dat alle potentiële controverse om een kandidaat meteen openbaar wordt, opdat de leden de integriteitsafweging maken in plaats van de commissie, dan kun je de procedure aanpassen. De prijs die je daarvoor betaalt is dat veel goede kandidaten afhaken, omdat ze te kwetsbaar gemaakt worden. Ze moeten al hun vuile was buiten hangen en dan maar zien of ze er iets voor terug krijgen. Ik zou dat een onfatsoenlijke manier van omgaan met kandidaten vinden.

Goed, dan het geval Duyvendak zelf. Had de kandidatencommissie indertijd moeten oordelen dat de inbraak zwaar genoeg was om hem ongeschikt te bevinden? Ik ben geneigd te denken van niet. De jaren tachtig waren een sterk activistische tijd waarin dit soort vergrijpen schering en inslag waren, zeker in de kringen waar GroenLinks uit voortkomt. Het zou bijna een ontkenning van de geschiedenis van de partij zijn als een sterk activistisch verleden een automatische diskwalificatie zou zijn.

Had Duyvendak dan indertijd zelf de inbraak moeten aankaarten? Dan hadden we de rel toen gehad in plaats van nu. “Hallo, ik ben Wijnand, ik heb bij een ministerie ingebroken en ik wil graag in de Tweede Kamer.” Geen manier van presenteren waar de partij of de kandidaat veel voordeel bij te halen heeft. Dus dat je het stil houdt, snap ik. Je moet natuurlijk wel een verhaal paraat hebben voor het geval iemand anders het openbaart. Dan moet je niet gaan draaien.

Laatste vraag: heeft Wijnand dit handig aangepakt? Het antwoord daarop moet volmondig ‘nee’ luiden. Dat je de regie kwijt raakt als iemand iets plotseling oprakelt, vooruit. Maar dat je zelf de bal zo in de voeten van de tegenstander speelt, is politieke onhandigheid. Natuurlijk, toen ik het mailtje met de aankondiging las, dacht ik ook meteen: dit is niet door Wijnand geschreven, maar door een pr-persoon van de uitgeverij die het element uit het boek pikt waar de meeste publiciteit om zou kunnen ontstaan. Dat is gelukt.

Wijnand heeft de regie even uit handen gegeven ter wille van de verkoopcijfers en wordt daarvoor gestraft – merkwaardig, want hij staat niet bekend als de meest nonchalante van de GroenLinkse kamerleden. In het boek zelf neemt hij juist afstand van de wetsovertredingen die hij in zijn jonge jaren ter willen van de zaak beging, heb ik begrepen. Precies het soort boodschap dat een volwassen politicus hoort uit te dragen. Het kan echter wel een dure fout van Wijnand blijken. Integriteit is het kostbaarste bezit van een politicus. Als je op dat vlak een steek laat vallen, kan het je lang nagedragen worden.