Het culturele vagevuur van Rotterdam

961

Waarschuwing vooraf: dit stukje is niet geschikt voor mensen zonder gevoel voor humor of relativeringsvermogen, met name niet als ze toevallig cultuurambtenaar zijn bij de gemeente Rotterdam. De vileine toon wordt veroorzaakt doordat ik nogal gebelgd ben dat mijn Rotown Magic in het verdelingsvoorstel cultuurplan zonder argumentatie wordt weggezet als een stelletje stuntelaars die hun bedrijfsvoering niet op orde hebben. (*)

Enfin, laat ik het even uitleggen. Een instelling die in de hemel van het cultuurplan belandt, geniet vele voordelen. Vier jaar zekerheid over de hoogte van de subsidie, als je er geen zootje van maakt. De mogelijkheid intern met budgetten te schuiven. Een relatief eenvoudige verantwoordingsprocedure, zij het met accountantscontrole. En je krijgt al je geld in het jaar waarin je het uitgeeft.

Overleven op projectsubsidies is de culturele hel, zodra je organisatie een zekere omvang bereikt heeft. Ieder jaar weer afwachten of en hoeveel geld je krijgt. Starre verdeling van het geld over projecten, zodat je niet kunt schuiven als je op de ene plek tekort komt en de andere wat over hebt. Een enorme papierwinkel aan verantwoordingen (maar geen accountant). En je krijgt twintig procent van je subsidie achteraf, zodat je aan het eind van het project altijd liquiditeitsproblemen hebt, tenzij je alweer een voorschot voor een nieuw project hebt versierd.

Omdat het contrast tussen beide nogal groot is, heeft de dienst Kunst en Cultuur nu het vagevuur bedacht. Jaarsubsidie heet dat. Dan wordt er wel een vast bedrag voor je gereserveerd, maar je moet het van jaar tot jaar verdienen. Hoeveel formulieren daaraan te pas komen, is nog niet duidelijk, noch of je vast zit aan schotten tussen de projecten en gedoe met liquiditeit. Maar om het vagevuur aan de gemeenteraad te verkopen, is het alvast gepositioneerd als een godgeschenk voor kleine instellingen. Drie van de argumenten gaan over administratieve lasten en kloppen wel zo ongeveer, al wordt het belang ervan overdreven. De twee andere zijn sigaren uit eigen doos.

  • “Een jaarsubsidie kan ook besteed worden aan overhead, wat bij een projectsubsidie niet mogelijk is.” Aan degene die dit bedacht heeft, ga ik een geheimpje verklappen. De betreffende instellingen hebben nu óók overhead. Die wordt niet vergoed door een lieve toverfee, maar keurig als organisatiekosten versleuteld in de kosten van de projecten.
  • “Er is meer ruimte voor professionalisering en begeleiding.” Ik heb het wel tien keer gelezen, maar ik snap nog steeds niet waar die ruimte dan vandaan komt. Ik lees alleen: u moet een vrijwilligersorganisatie blijven, want dan kunt u professionaliseren. Of erger: door u geen betaald personeel te gunnen, houden we geld over voor een consultant die we op uw vrijwilligers af kunnen sturen om te vertellen hoe ze hun werk moeten doen.

Eerlijk gezegd heb ik op dit moment geen idee of ons verblijf in het vagevuur meer op de hel gaat lijken of op de hemel. Maar gezien de kwaliteit van de argumentatie vrees ik het ergste.

(*) Ik vermoed trouwens wel te weten waar we het negatieve oordeel over de bedrijfsvoering aan te danken hebben. Die is namelijk uitgevoerd aan de hand van ons jaarverslag 2006, het jaar waarin Rotown Magic de failliet verklaarde stichting Zone 5300 overnam (om inhoudelijke redenen en om in de toekomst de overhead per project te drukken). Het kostte een jaar om de processen onder controle en Zone 5300 rendabel te krijgen, met een negatief resultaat over 2006 tot gevolg. Gek genoeg zien we zelf de operatie eerder als een topprestatie dan als een brevet van onvermogen.