Niet klaar voor burgemeestersreferendum

987

Van alle verwijten die hij kreeg bij zijn voordracht tot burgemeester te Rotterdam (je bent een PvdA’er, Marokkaan, Amsterdammer, paspoorthouder, etc.), wist Ahmed Aboutaleb feilloos degene eruit te halen die werkelijk kwaad kon: dat hij een carrière na zou streven. Snel verklaarde hij zeker zes jaar aan te blijven.

Het carrièbezwaar klonk van links tot rechts. En dat is het belangrijkste bewijs dat de Nederlandse samenleving in de breedte niet klaar is om een burgemeester te kiezen door middel van een referendum. Wil je namelijk zo’n referendum, dan moeten meerdere kandidaten in het openbaar zo’n carrière nastreven, met een stevig risico dat ze het niet worden.

De Nederlandse politieke cultuur – zowel burgers als politici – is geneigd dit af te straffen. Als je een ander baantje probeert te krijgen, heb je het kennelijk niet naar je zin op je huidige plek. Dat word je nagedragen. Sterker nog, zelfs als je de baan bemachtigt, zoals Aboutaleb, treft je het verwijt dat je ook wel geïnteresseerd zult zijn in een volgende carrièrestap.

In de Verenigde Staten, waar zo’n beetje alle openbare functies van belang aan de kiezer voorgelegd worden, is men juist trots op baantjesjager. Als de gouverneur van een staat probeert president te worden, staat zijn thuisbasis vooraan om voor hem te lobbyen. Mislukt het, dan is men in elk geval trots dat hij het geprobeerd heeft. Ziet u Maastricht al campagne voeren om Gerd Leers naar Rotterdam te krijgen? (gc)