Daar stond-ie dan, de grote man

994

Daar stond-ie dan, de grote man, met zijn hoedje tegen het hart geklemd eerbiedig toekijkend hoe zijn bandleden hun solo’s weggaven. Toen de beurt aan zijn trouwe partner-in-song Sharon Robinson was, kroop hij zelfs even in de rol van haar achtergrondzangeres, in een donker hoekje van het podium. Alles aan gisteravond was ingetogen, zelfs de 10.000 man in de zaal hielden hun adem in.

Drie uur lang stond de man op het podium, slechts onderbroken door een pauze van een half uur, een beetje stram, maar met een soepele bromstem, van ‘Dance me to the end of love’ tot ‘Democracy’. Natuurlijk ontkwam hij er niet aan ‘Suzanne’ en ‘Bird on a wire’ te zingen, de hits die de babyboomers in Ahoy zich uit hun jeugd herinnerden, maar op zijn indrukwekkendst was hij toch in vertolkingen van zijn latere werk.

‘Who by fire’, op plaat een aarzelend nummer, kreeg live de vorm van een aanklacht. Ook ‘The partisan’ en ‘Heart with no companion’ kregen stevige vertolkingen mee, die de broze studioversies overtroffen. Muzikaal stond het allemaal als een huis.

Maar het indrukwekkendst was toch de man zelf, die met kennelijk plezier zijn brede repertoire bracht. Hij zei dat hij vereerd was hier te mogen staan, in Rotterdam, en iedereen geloofde dat hij het meende uit het diepst van zijn hart. Alle bloemen die op het podium belandden raapte hij, voorzichtig door de knieën gaand, op en bracht ze in veiligheid. De man was vitaal en breekbaar tegelijk.

Aan het eind, toen de man aan zijn eerste toegift begon, hield het publiek niet meer, verliet de oncomfortabele kuipstoeltjes en liep naar voren om nog net even wat dichter bij hem te zijn. Ze konden drie kwartier blijven staan, terwijl hij nog het ene na het andere lied weggaf, tot hij uiteindelijk belandde bij ‘Closing time’ en daarna een allerlaatste maal terugkeerde, met een ontroerend huppeltje, voor ‘I tried to leave you / I hope you’re satisfied’.

Dat was zo.