Opt-in of opt-out voor het EPD?

998

Zoals iedere Nederlander heb ik een brief gekregen van Ab Klink, de minister die waakt over mijn gezondheid, mijn welzijn en mijn sport. Daarin zingt hij de lof van het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD). Dankzij de wonderen der elektronica kunnen alle zorgverleners nu snel bij mijn medische dossier. Dat is fijn, want als ik in coma het ziekenhuis binnengebracht wordt, kan de chirurg van dienst snel zien welke medicijnen mijn huisarts onlangs heeft voorgeschreven.

Wanneer ik al deze voordelen aan mij voorbij wil laten gaan, moet ik het bijgevoegde formulier invullen. Dat stuur ik dan naar de chef bezwaren van het ministerie en dan komt het allemaal in orde, zodat de tandarts niet automatisch kan zien welke soa’s ik allemaal gehad heb of dat ik al twee jaar bij een psychiater zit met een liberaal pillenbeleid.

Tsja. Eigenlijk vind ik dat dit soort ingrepen in de privacy opt-in zouden moeten zijn. De burger kan zelf wel beslissen of hij wil dat zijn gegevens veel verder verspreid worden dan nu. Dat hoeft de staat niet voor hem te doen. Anderzijds vermoed ik dat de grote meerderheid van de Nederlanders voor zo’n opt-in zouden kiezen, dus qua administratieve lasten is deze aanpak handiger.

Bovendien is tien procent van de Nederlanders functioneel analfabeet. Zij snappen de brief van Klink en de bijgevoegde folder niet, en kunnen daarom geen afgewogen beslissing nemen. Dan ga je je toch afvragen: wat is erger, de schending van het principe van de opt-in, of het risico dat mensen niet begrijpen dat ze voor de opt-in moeten kiezen om het EPD te activeren? (gc)