Weer een knap staaltje Duitse cinema

1027

Als je één impressie overhoudt van ‘Der Baader Meinhof Complex’, dan is het toch wel dat de linkse terroristen van de jaren zeventig niet bijster snugger waren en heilig geloofden in hun eigen drogredeneringen. Het waren avonturiers die net zo goed op een andere manier uit de maatschappij hadden kunnen ontsporen. De aanslagen en plannen laten zich in al hun gewelddadigheid alleen omschrijven als geklungel. Maar goed, laat ik het niet over politiek hebben.

Want wat een geweldige film is het, met een scenario dat tweeënhalf uur de aandacht vast weet te houden. Het eerste deel, waarin Andreas Baader, Ulrike Meinhof en Gudrun Ensslin centraal staan, is het overtuigendst. Als zij gevangen zijn gezet, verschuift het perspectief deels naar de tweede generatie van de RAF, waardoor het verhaal wat rommelig wordt.

Moritz Bleibtreu, die mij vooral bijstaat van zijn glansrol in ‘Das Experiment’, zet een manische Baader neer, terwijl Martina Gedeck (‘Das Leben der Anderen’) van Meinhof een even nerveus als verbeten vogeltje maakt. Johanna Wokalek als Ensslin houdt zich goed staande tussen de routiniers.

Maar wat zo onderhand echt begint op te vallen is dat zo’n beetje iedere Duitse film deugt. Dat is tien jaar geleden begonnen met het low budget ‘Lola Rennt’, waarin Bleibtreu overigens ook al speelde, en leidt nu tot dit spektakelstuk, met explosies, schietpartijen, massascènes en andere zaken die de kosten snel doen oplopen. Relevant thema, goed geacteerd, sterk scenario – het zijn haast vanzelfsprekendheden in de hedendaagse Duitse cinema.