De smaak van Lowry en Dostojevski

1074

Graham Greene is een moeilijk te plaatsen auteur. Zijn bekendste roman ‘Our man in Havana’ is een lichtvoetige klucht, terwijl ‘The power and the glory’, over de vervolging van priesters onder een kortstondig atheïstisch regime in Mexico, een literair meesterwerk genoemd mag worden. Hij werd net zo makkelijke als een belletrist weggezet als genoemd voor de Nobelprijs.

Dat dubbele gevoel bekroop mij ook bij ‘The honorary consul’, dat verfilmd werd met Michael Caine in de hoofdrol. Een alcoholistische Britse consul in een onbeduidend Argentijns stadje wordt per ongeluk aangezien voor de Amerikaanse ambassadeur en ontvoerd door Paraguayaanse rebellen, die hopen hem te kunnen ruilen voor kameraden die in hun thuisland in de cel zitten. De rol van ongewilde bemiddelaar valt toe aan een dokter, die een affaire heeft met de vrouw van de consul en wiens vader ook zit opgesloten in Paraguay.

Daar kun je een verschrikkelijk larmoyante roman van bakken, maar dat doet Greene dan weer niet. Het verhaal gaat eigenlijk over de verschillende loyaliteiten van de dokter en zijn onvermogen zelf sturing te geven aan zijn leven. Hij is vooral bezig bij anderen te pleiten om iets te doen of na te laten. Zo werkt hij zichzelf steeds verder in de nesten.

Zoals altijd bij Greene is de stijl soepel en meeslepend. Iets te vaak keert hij terug bij dezelfde thema’s, zoals machismo en katholicisme. Anderzijds hoort herhaling van zetten ook wel een beetje bij zijn hoofdpersonen. IJzersterke scènes die smaken naar Lowry en Dostojevski, worden even makkelijk gevolgd door clichématige uiteenzettingen. ‘The honorary consul’ leest heerlijk weg, maar laat zich verder lastig plaatsen.