Hoop voor Congo na afzetten Nkunda

1066

Terwijl de aandacht van de wereld zich richt op de schermutselingen in Palestina, is elders grootschalige oorlog gaande, bijvoorbeeld in Sudan, Sri Lanka en Congo. In het oosten van dat laatste land is het sinds oktober 2008 weer goed raak, nadat rebellen van het Congress for the Defence of the People (CNDP) een groot offensief begonnen. Het dodental van deze oorlog wordt geschat op 1400 per dag.

Het CNDP staat onder leiding van Laurent Nkunda, een generaal die uit het Congolese leger stapte, omdat hij vondt dat hij een te klein aandeel van de macht in het land kreeg. Nkunda is een Tutsi, die in Rwanda actief was om zijn stamgenoten te beschermen tegen de genocide door Hutu’s in 1994. Inmiddels ligt de macht in Rwanda weer bij Tutsi’s en sommigen beschuldigen Nkunda ervan nog onder één hoedje te spelen met zijn voormalige makkers. Rwanda viel de afgelopen tien jaar verschillende keren het oosten van Congo binnen, waar nog altijd Hutu-milities opereren. Nederland heeft vanwege het vermoeden van steun aan Nkunda de ontwikkelingshulp voor Rwanda ingetrokken.

Een van de Rwandezen in Nkunda’s leger is Bosco Ntaganda, die gezocht wordt door het Internationale Strafhof in Den Haag. Vorig jaar werd nog gespeculeerd op een opstand in het CNDP, als Nkunda Ntaganda zou uitleveren. Nkunda deed het niet en zette dus zelfs een offensief in – een teken dat zijn groep zich sterk voelde.

Het kwam dan ook als een volslagen verrassing dat hoge officieren uit Nkunda’s leger gisteren de BBC benaderden met het bericht dat zijn hun baas hadden afgezet, omdat hij “een gevaar vormde voor de beweging en het volk van Congo”. De zelfbenoemde nieuwe leiding van de CNDP zegt vrede na te streven. Hoeveel daarvan terecht komt en of Nkunda inderdaad zijn macht kwijt is, valt nog te bezien. Maar voor Congo is iedere strohalm welkom, ook omdat het conflict daar niet zo sexy is als dat in Palestina en de wereldleiders niet over elkaar heen struikelen om er iets aan te doen. (gc)