Crisis als kans

1090

Tijdens de wereldwijde economische malaise van de jaren tachtig raakte ook Philips in de problemen. Het bedrijf zag zich genoodzaakt duizenden mensen te ontslaan, ook in haar thuisregio. Die ontslagronde is achteraf een zegen gebleken voor Eindhoven en omgeving. Ineens was er een ruim aanbod aan hoogwaardig technisch personeel en konden jonge bedrijven als ASML en OTB talenten werven zonder bang te hoeven zijn dat die bij de eerste de beste gelegenheid voor een alternatief bij het prestigieuze Philips zouden kiezen. Zo werd een crisis een kans voor een deel van Brabant.

Op een grotere schaal stortte Europa zich aan het eind van de jaren tachtig op een Groot Project: de integratie van de zojuist uit het Oostblok losgeweekte landen, waar talloze getalenteerden gefrustreerd vastzaten in een lamlendig economisch systeem. Het leidde tot enorme investeringen, die bijdroegen aan economische voorspoed die op een enkel dipje na tot vorig jaar aanhield. Een hype rond technologische vernieuwing, de dotcom-bubble, versterkte de vastberadenheid die nodig is om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen.

Op een nog grotere schaal was hetzelfde effect zichtbaar tijdens de grote depressie van de jaren dertig: een groot reservoir aan slimme werklozen, wachtend op een Groot Project om zich van zijn beste kant te laten zien. Helaas was dat Project toen van destructieve aard: de Tweede Wereldoorlog. Maar de vastberadenheid leidde wel tot een golf van technologische vernieuwing waar de wereld nog tientallen jaren mee vooruit kon: de computer, radar, kernenergie, noem maar op.

Het is dus niet zo’n gekke gedachte dat de wereld in de huidige economische crisis – die op dit moment overigens nog weinig meer lijkt te zijn dan een dipje, maar ik wil best even meedenken met de doempredikers die zeggen dat het allemaal nog veel erger gaat worden – op zoek moet gaan naar een nieuw Groot Project. Liever niet een grote oorlog, maar iets opbouwends, zoals de integratie van het Oostblok, of desnoods iets dat prestigieus maar betrekkelijk zinloos is, zoals de race naar de maan in de jaren zestig van de vorige eeuw. Als het maar innovatie oplevert.

Iedereen die hier een beetje over nadenkt, komt al gauw op de klimaatverandering als meest voor de hand liggende kandidaat. Talloze technologieën om energie te besparen of op duurzame manier te genereren wachten op investeringsimpulsen. Helaas lijkt door de economische crisis, die de olieprijs weer heeft doen instorten, het gevoel van urgentie weer af te nemen. We hebben nu wel andere dingen aan ons hoofd dan het milieu.

Dat is een begrijpelijke, maar niet zo verstandige reflex, net zoals het onverstandig is om protectionistische maatregelen te nemen met het doel de industrie in eigen land te ondersteunen. Dergelijk defensief korte-termijndenken levert op de lange duur alleen maar vertraagde groei op. Damage control is natuurlijk nodig, maar laat daarbij niet de instrumenten los die je uit de vorige crisis geholpen hebben. Offensief, innovatief denken is essentieel.

Het is de vraag of de klimaatcrisis de potentie heeft een Groot Project te worden. Daarvoor is het een te abstract begrip en zijn er bovendien nog teveel tegenstanders, die denken dat het allemaal wel zal loslopen met die opwarming van de aarde. Je krijgt er minder handen voor op elkaar dan voor een oorlog. Om de urgentie van haar zaak duidelijk te maken, zou het klimaat de mensheid niet moeten besluipen, maar met een paar grote rampen toeslaan. Politieke onrust in olieproducerende regio’s kan ook een duit in het zakje doen.

Maar bovenal zal zich vastberadenheid van de mensheid meester moeten maken, een collectief gevoel van noodzakelijkheid om een Groot Project aan te pakken. Vandaar mijn oproep aan klimaatsceptici: zie de strijd tegen het broeikaseffect desnoods als een reis naar de maan: ook als het doel zelf niet zinnig zou zijn, levert het onderweg genoeg economische impulsen en innovatieve technologie op om de onderneming te rechtvaardigen.

Eerder verschenen in De Ingenieur nr 2, 2009.