Korte verhalen van Graham Greene

1132

Graham Greene is op zijn best als hij schelmen aan het werk laat, mensen die deugen maar door omstandigheden of karakterzwaktes bezwijken voor verleidingen, zoals de man in Havana die tekeningen van stofzuigers naar de Britse geheime dienst zendt als zouden het geheime installaties zijn, en de drankverslaafde priester uit ‘The power and the glory’.

In de verzamelde verhalen komen ook de nodige schelmen voor. Bijvoorbeeld twee oplichters die elkaar een poot proberen uit te draaien, een avonturier die een niet-bestaande goudmijn verkoopt aan een investeerder die ook helemaal geen goud verwacht, en twee homo’s die de kersverse echtgenoot proberen af te troggelen van een naïeve jongedame.

Greene heeft ook andersoortige verhalen geschreven, onder meer over een man op zoek naar jeugdherinneringen, een jeugdbende die het huis van een gehate buurman sloopt en een vrouw die naar Jamaica op vakantie gaat met de bedoeling haar man te bedriegen, maar daar niet de moed voor heeft. Aardige verhalen, maar de schelmen steken er met kop en schouders bovenuit.