Twee keer een bloedeloze Che

1138

Pas helemaal aan het eind van het tweede deel krijgt Che, de verfilming van Che Guevera’s junglejaren in Cuba en Bolivia, iets enerverends. De gevechtsscès worden spannend en de hoofdpersoon krijgt menselijke trekken. Dan heb je je als kijker echter al door bijna vier uur verschrikkelijk bloedeloze film heen geworsteld, die zonder hoofdrolspeler Benicio del Toro ondraaglijk geweest zouden zijn.

Degelijk is het tweeluik ongetwijfeld, precies geresearched, vakkundig geregisseerd en geacteerd, enzovoort. Het gegeven van het eerste deel, de verovering van Cuba door een zootje ongeregelde guerilla’s, zou garant moeten staan voor een enerverende film, maar het blijft steken in getrut in de jungle en afstandelijk gefilmde straatgevechten. Het tweede deel, over een volstrekt tot mislukken gedoemde guerilla in Bolivia, is even doelloos als de onderneming die ze beschrijft.

Ondertussen krijg je een portret voorgeschoteld van een eendimensionale man die er extreem rechtlijnige rechtvaardigheidsideeën op nahoudt en waar hij maar even de kans krijgt zijn dokterskoffer tevoorschijn haalt om medisch onderbedeelde boeren zijn edele karakter te kunnen tonen. Pas tegen het eind van de film manifesteren zich wanhopige trekjes, die hem een menselijk gezicht geven en tot een interessant karakter maken. Daarop is het wel heel lang wachten.