De lotgevallen van Okwonko

1178

Vijftig jaar geleden verscheen ‘Things fall apart’ van Chinua Achebe, inmiddels beschouwd als de eerste roman die de Afrikaanse literatuur op de wereldkaart zette. In een kale, morderne stijl schetst hij de ondergang van de traditionele Ibo-cultuur aan de hand van het leven van Okwonko, die in de eerste alinea als volgt geïntroduceerd wordt:

“Okwonko was well know throughout the nine villages and even beyond. His fame rested on solid personal achievements. As a young man of eighteen he had brought honour to his village by throwing Amalinze the Cat.”

Briljant is de manier waarop Achebe in deze drie zinnen haast achteloos een complete wereld, levensstijl, en karakter schetst. In het eerste deel van ‘Things fall apart’ neemt hij de tijd om op deze wijze de complexe samenleving van de Ibo’s neer te zetten, aan de hand van Okwonko’s lotgevallen, oprijzend van een arme jongen tot een man van aanzien – tot hij per ongeluk een man doodt en verbannen wordt.

Het tweede deel schetst de ballingschap en terugkeer van Okwonko, eerst de berichten hoe de missionarissen zijn dorp bereikten en daarna de confrontatie met hen. De ondergang van Okwonko, de trotse verpersoonlijking van de traditie, lijkt slechts een kwestie van tijd.

Helemaal niets sentimenteels heeft ‘Things fall apart’. Bij mij kwam de associatie boven met IJslandse sagen als Njáls Saga, die ook epische verhalen in droge, feitelijke zinnen vervatten. Achebes werk zal de tand des tijds eveneens doorstaan.