De ministeries van Greene en Orwell

1206

‘The Ministry of Fear’ is een thriller van Graham Greene uit 1943, met een onhandige hoofdpersoon die zonder het te weten een microfilm met defensiegeheimen in handen krijgt, diverse snoodaarden, een femme fatale, geheugenverlies, een slimme detective van Scotland Yard en zo nog het een en ander aan ingrediënten die inmiddels tot de standaard van het genre zijn gaan behoren. Het is geen bijzonder boek, dat ik vooral gelezen heb omdat Greene mij voorziet van verantwoorde tussendoortjes.

Greene geeft, als een van de oervaders van het genre, zijn thrillers altijd wel wat extra’s mee ten opzichte van, ik noem maar iemand, Robert Ludlum. Het ministerie van angst uit de titel is de naam van een Duitse vijfde colonne in Engeland, 1941. Door middel van chantage en andere middelen dwingt ze mensen om zich voor het karretje te laten spannen. Aan het eind, als de hoofdpersoon tot de conclusie is gekomen dat de grootste angst het verlies van een geliefde is:

“A phrase of Johns came to his mind about a Ministry of Fear. Het felt now that he had joined its permanent staff. But it wasn’t the small Ministry to which Johns had referred, with limited aims like winning a war or changing a constitution. It was a Ministry as large as life to which al who loved belonged. If one loved one feared.”

Die alinea bracht me als vanzelf bij George Orwell’s ‘1984’, waarin Ministry of Love figureert, een misleidende naam voor een instantie die tot taak heeft de angst erin te rammen bij zijn onderdanen. Het raakt zijn slachtoffers het hardst door hen hun geliefden te laten verraden en zo te verliezen. Een curieuze parallel.