Wanneer de Afrikaanse Unie, een notoir besluiteloos gezelschap onder leiding van Muammar al-Gaddafi, je spontaan voordraagt voor zware sancties bij de VN, dan heb je het als Afrikaans land echt heel erg bont gemaakt. Het doelwit is Eritrea, een land dat door Human Rights Watch wordt omgeschreven als ‘een hele grote gevangenis‘. Het is er een heel stuk erger dan in Zimbabwe.

De boot is aan, omdat Eritrea zich enthousiast bezig houdt met het destabiliseren van buurland Somalië. Eritrea vecht er een oorlog uit met Ethiopië, waarvan het na een bloedige oorlog in 1993 onafhankelijk werd. Beide landen haten elkaar nog steeds intens, maar de internationale gemeenschap is het voortdurend oplaaiende grensconflict zat, zodat er nu een ander strijdtoneel is gevonden. Dat valt minder op.

Begrijpelijkerwijs is Eritrea het niet eens met de sanctie-oproep, waarin het de hand van de CIA en Ethiopië ziet. Sterker nog, de hele beschuldiging dat Eritrea wapens levert aan het islamistische verzet in Somalië is een verzinsel van de CIA. De Somalische regering daarentegen is nogal stellig dat er hele vliegtuigen vol met wapens uit Eritrea komen aangevlogen. Maar goed, die Somaliërs zijn vervolgens weer lakeien van Ethiopië, dat eerder het land binnenviel om de de regering te ondersteunen tegen de islamisten.

Die islamisten zeiden steun te ontvangen van Eritrea en na hun nederlaag gingen de leiders van de islamisten daar in ballingschap, waar ze aankondigden snel een nieuwe poging te zullen wagen om Somalië te veroveren (en vervolgens onderling ruzie kregen). Kortom, helemaal geloofwaardig is het Eritrese handen wassen in onschuld niet.

Dit zal dan ook niet het laatste hoofdstuk in de strijd om de Hoorn van Afrika zijn. De voorraad wapens in Somalië is op het moment zo groot dat de prijzen ingezakt zijn. Toch noteerde Reuters gisteren een zeer opgewekte quote op uit de mond van een handelaar op de markt in Mogadishu: “I have only been in the weapon business five years, but I have erected three villas. I have also opened shops for my two wives. Peace means bankruptcy for us.” (gc)