Schijnbeweging in Barcelona

1232

Na een tocht van bijna twaalf uur uit Porto Torres, Sardinië, kristalliseerde Barcelona gisteren aan het begin van de avond langzaam uit het tegenlicht. Eerst twee hoge torens, daarna een skyline met nog meer wolkenkrabbers en een kabelbaan en, als je goed keek, de ranke staken van La Sagrada Familia.

Toen begon het schip te wijken, naar het zuiden, het gruizige industriële havengebied, dat voor de stad verborgen gehouden wordt doordat Montjuic ertussen ligt. Ik voelde me bekocht. Op mijn ticket stond toch duidelijk dat ik naar Barcelona gebracht zou worden, niet naar de plaatselijke Botlek. We voeren de petroleum- en containerhaven binnen.

Daar gebeurde iets wonderlijks. We voeren door, terug naar de stad, binnendoor langs Montjuic, tot we alsnog aan de rand van de binnenstad belandden en ik vanaf het achterplecht Las Ramblas bijna zien kon. Niet zo mooi als een rechtstreekse intocht, maar nog altijd stukken beter dan Athene, waar de scheepganger in een troosteloze haven wordt losgelaten en dan nog een half uur bezig is om zich naar de stad te worstelen. Dan kun je net zo goed niet met de boot gaan.