Sex en drugs in Tanger

1218

Die riffies zijn niet te vertrouwen. Dat krijgt Mohamed Choukri al vroeg te horen wanneer hij met zijn familie de honger in de bergen van het Rif onvlucht en in Tanger belandt. Zijn autobiografie ‘For bread alone’, een van de klassieken van de moderne Arabische literatuur, vertelt hoe de straat hem vanzelf op het half-criminele pad brengt.

Mohamed staat er alleen voor, want hij is het ouderlijk huis ontvlucht, met name zijn vader met de losse handen. Van dag tot dag zoekt hij slaapplaats en voedsel. In een van de aangrijpendste scènes duikt de jonge Mohamed het vuile water van de zee in om een stuk droog brood op te vissen. Als de visser die hem wilde pesten door het brood in het water te gooien hem een schoon stuk aanbiedt, loopt hij weg, zijn gekrenkte trots onder de arm.

Toch is ‘For bread alone’ geen deprimerend boek, want het geluk lacht Mohamed even vaak toe. Hij bespiedt badende meisjes, vindt wel eens een lucratief baantje, rolt van het ene bordeel naar het andere, dronken en stoned. Het wordt allemaal expliciet uit de doeken gedaan – Choukri is geen auteur van het omfloerste woord.

Aan het eind beland hij – onvermijdelijk – in de gevangenis, voor een kleine overtreding. Hij kan niet anders dan een duivel zijn, concludeert hij. Het is anders gelopen. Choukri’s boek werd in dertig talen vertaald, al was het in Marokko lange tijd verboden. Bij zijn begrafenis in 2003 kreeg hij echter alle égards van de autoriteiten. Terechte eer voor de rauwe auteur van een rauw boek.