Bijna niemand in de Rotterdamse gemeenteraad herinnert zich nog dat ook burgemeester Ivo Opstelten vlak na zijn aantreden door de lokale hooligans in stijl onthaald werd. Indertijd stonden politieagenten met getrokken wapen op de Coolsingel bij het kampioensfeest van Feyenoord, maar er vielen tenminste geen doden. Deze keer wel. Opstelten had als burgemeester van Utrecht meer ervaring dan Aboutaleb, die de afgelopen dagen niet altijd even zeker van zijn zaak leek.
Gisteren bleef hij in het raadsdebat overeind, maar niet overtuigend. Het was een mooi voorbeeld van hoe verschillende zaken door elkaar heen kunnen spelen, waarbij een zwakke indruk op het ene vlak in de beeldvorming overslaat op daadkracht elders.
Aboutaleb was namelijk razendsnel met de harde uitspraken. Hij wilde meer politiebevoegdheden en een verbod op gratis dansfeesten. Dat is toch iets anders dan het thee drinken dat Job Cohen voortdurend voor de voeten wordt geworpen – zoiets anders zelfs dat ook Leefbaar Rotterdam vond dat het wel een tandje lager mocht met de daadkracht.
Aboutalebs zwakte was dat hij dit laatste sentiment verkeerd inschatte en dat hij zich door zijn medewerkers onvoldoende had laten inlichten hoe het zat met de politiebevoegdheden. De vraag is ook of hij voldoende gezag heeft bij de politie, gezien het feit dat hij zo laat werd ingelicht. Dat laatste is potentieel het meest serieuze probleem. Aboutaleb lijkt zich dat te realiseren, want hij laat niet na zijn misnoegen over de politie te uiten.
Al met al heeft Aboutaleb in de hele affaire een andere indruk achtergelaten dan hij van plan was, niet een daadkrachtige burgemeester die meteen hard optreedt tegen het tuig, maar eentje die slecht is ingelicht en de schuld naar anderen schuift. Hij zal moeten speuren naar een gelegenheid om het goed te maken.