Raad van State: Kabinet, schiet eens op

1320

Normaal gesproken is de Raad van State het bedachtzame orgaan dat ’tut tut’ roept als de politiek geleid door de waan van de dag met grote haast een wet erdoorheen wil jagen. Inzake de AOW kwam er gisteren ineens een heel ander geluid: sneller verhogen, die leeftijd, en de plannen graag ook financieel beter onderbouwen. Want ondanks de (magere) protesten van de FNV behelst het voorstel vooral veel doorschuiven naar de toekomst.

Toch wringt er iets. De Raad van State hoort namelijk primair te beoordelen of wetsvoorstellen deugdelijk en uitvoerbaar zijn en of ze in overeenstemming zijn met de grondwet, andere wetten en verdragen. Dit advies lijkt nogal een politiek tintje te hebben met constateringen als: “Een dergelijke verdeling van lusten en lasten zet de solidariteit tussen de generaties – een wezenlijk fundament van ons stelsel van sociale zekerheid – onder spanning.”

Minister Donner stuurde de Raad dan ook met een kluitje in het riet: “Het kabinet is van mening dat de verhoging van de AOW-leeftijd niet geïsoleerd bezien moet worden, maar in de context van het bredere, evenwichtige kabinetsbeleid dat is gevoerd en nog gevoerd zal worden.” Anders gezegd: dankuwel voor het advies, maar over het beleid gaat het kabinet.

Let vooral op dat ‘nog gevoerd zal worden’. Kennelijk moeten de aow-voorstellen gezien worden binnen een kader dat nog niet bestaat maar zeker zal gaan bestaan. Dat zal ook wel nodig zijn, want de bestaande plannen voldoen niet aan de toets van het CPB waarop de ideeën van de FNV werden afgekraakt. De Raad van State heeft misschien een wat ongebruikelijke stap genomen door het kabinet te kapittelen over gebrek aan daadkracht. Maar allemachtig, wat is het hard nodig. (gc)