Het ethische tekort van de mystiek

1344
Mystiek en spiritualiteit mogen zich in een hernieuwde belangstelling verheugen in de geseculariseerde samenleving. De introspectie die daar – als het goed is – mee gepaard gaat, heeft consequenties voor de manier waarop een mens in de wereld staat, en dus op zijn politieke overtuiging. Op dat vlak brengt de mystiek twee verwante risico’s met zich mee: passiviteit en misleiding.

In haar invloedrijke boek ‘A history of God’ traceert theologe Karen Armstrong het beeld van God in de drie grote monotheïstische religies door de millennia heen. Een van de thema’s die hierin voortdurend terugkomt is de periodieke opleving van de mystiek. Deze doet zich vooral voor als de gelovigen zich in moeilijke omstandigheden bevinden, zo laat ze overtuigend zien aan de hand van Jodendom, dat vele eeuwen van venijnig antisemitisme heeft moeten meemaken.

Sinds de verschrikkingen van Auschwitz worstelen met name Europese christenen en joden met hun traditionele, persoonlijk godsbeeld, dat al door filosofen sinds Friedrich Nietzsche aan de kaak gesteld werd. Een deel van de gelovigen heeft zich ingegraven in het fundamentalisme, analyseert Armstrong. Voor anderen is de mystiek een aantrekkelijk alternatief, een onpersoonlijk godsbesef dat ontsnapt aan rationele redeneringen en daartegen dus ook niet verdedigd hoeft te worden. De mystiek toont zich, zoals de Oostenrijkse filosoof Ludwig Wittgenstein een krappe eeuw geleden stelde.

In zekere zin is de mystiek (en spiritualiteit, ofwel mystiek light) een historisch gesproken logische reactie van een christendom dat onder vuur ligt van het secularisme. Er is uiteraard geen sprake van vervolgingen, maar christenen hebben steeds meer het gevoel dat ze zich voor hun geloof moeten verantwoorden. Dan is het makkelijk om te kiezen voor een geloof dat zich naar binnen richt en daarom niet verantwoord hoeft te worden. Armstrong: ‘[De God van de mystici] rijmt met de atheïstische stemming van onze seculiere samenleving, met zijn wantrouwen jegens inadequate beelden van het Absolute.’

Oosters

Mystiek is geen uitvinding van het westerse monotheïsme. Het is een vorm van doordringen tot het Hogere die op vergelijkbare manieren te vinden is in de oosterse godsdiensten. Als gevolg daarvan ontbeert het een essentiële component van het westerse denken, die de gezaghebbende mytholoog Joseph Campbell als volgt omschreef in zijn magnum opus ‘The masks of God’:

“In zowel het Verre Oosten als India, of het nu in de mythische velden van Shinto, Taoisme en Confucianisme is, of in de Mahayana, diende de wereld niet hervormd te worden, maar slechts gekend, geëerd en haar wetten gehoorzaamd. Persoonlijke en sociale wanorde ontkiemde aan het verlaten van deze kosmische wetten, en hervorming kon slechts bereikt worden door een terugkeer naar de onveranderbare wortel. In Zoroasters nieuwe mythische visie daarentegen, was de wereld, zoals ze was, corrupt – niet van nature maar door toeval – en diende hervormd te worden door menselijke actie. Wijsheid, deugd en waarheid waren daarom gelegen in engagement, niet in onthechting. En de cruciale lijn die het verschil maakte tussen zijn en niet-zijn was ethisch.”

Campbell ziet Zoroaster (Zarathustra) als de eerste profeet die het actieve, ethische denken centraal stelde in een religie. Via de bijbel, die immers samengesteld werd in Babylon waar het Zoroastrianisme staatsgodsdienst was, werd deze manier van denken leidend in het westerse monotheïsme. Om die reden heeft de mystiek altijd aan de zijlijn gestaan in het westerse denken, met zijn actieve ethische opdracht, die maakt dat het geloof tot sociaal en dus politiek handelen noopt. De mystiek heeft die opdracht niet.

De hernieuwde belangstelling voor de mystiek in het westen is de afgelopen decennia gepaard gegaan met een herontdekking van het oosten. ‘New age’ en aanverwante stromingen zijn een machtige kluts van diverse mystieke tradities. Ook zoekende christenen zijn er bevattelijk voor. De persoonlijke bevrijding die de mystiek in het vooruitzicht stelt, is aantrekkelijk. Een mens is graag meester van zijn eigen lot – maar als meester zijn van je eigen lot centraal staat in je levensbeschouwing, neemt de noodzaak af om je het lot van anderen aan te trekken. Mystiek is meer de aanvaarding van het goede dan de bestrijding van het kwaad.

Gandhi

Uiteraard sluiten mystiek en ethisch handelen elkaar niet uit. De Indiase mysticus en staatsman Mohandas Gandhi is vanwege zijn internationale voorbeeldfunctie het meest logische voorbeeld om hier aan te halen. Gandhi’s ascetische levenswijze en geweldloze verzetsdaden gaven de Indiase onafhankelijkheidsstrijd (die heel wat meer behelsde dan de zoutmars) zijn morele rechtvaardiging. Gandhi’s motivatie hierbij lag echter niet in een ethische drang om een corrupte wereld te hervormen, maar in wat Campbell noemt ‘een terugkeer naar de onveranderbare wortel’.

Gandhi’s passieve verzet had een gunstig sociaal gevolg onder de omstandigheden van India vlak na de Tweede Wereldoorlog, maar ze was geen sociale ideologie. Geweldloosheid was een noodzakelijke voorwaarde voor de persoonlijke verlichting. Vlak voor de oorlog adviseerde Gandhi de joden in Duitsland nog om het bij passief verzet tegen de nazi-vervolgingen te houden. Onder andere de Oostenrijks-joodse filosoof Martin Buber, die zelf ook in de mystiek zocht naar geloof in de schaduw van Nietzsche, heeft Gandhi er hard om bekritiseerd. In het zicht van het kwaad is onthechting niet de juiste houding.

Ook Gandhi’s mededogen met de onderkant van de Indiase samenleving, de onaanraakbaren of dalits, ademt de terugkeer naar een oude harmonie. Zijn streven was wel hun lot te verbeteren, maar niet hun positie in de samenleving. Veel dalits nemen het Gandhi, zelf afkomstig uit een hoge kaste, nog altijd kwalijk dat hij met een hongerstaking een garantie van hun rechten uit de Indiase grondwet wist te houden. Het is niet voor niets dat het christendom sterk in opmars is onder de dalits: dit geloof is inherent wél strijdbaar.

Wat voor Gandhi’s wereldbeeld geldt, gaat mutatis mutandis op voor het gros van de mystieke levensbeschouwingen. In essentie is het de ethische opdracht die het Achtvoudige Pad van het boeddhisme voorschrijft om verlichting te bereiken: waarheid spreken, juist handelen en juist leven. Van straffen spreekt het Achtvoudige Pad niet. De ethische opdracht is persoonlijk, en dat geldt evenzeer voor de consequenties van overtredingen. De mystieke gelovige heeft geen enkele religieuze noodzaak om in te grijpen wanneer anderen onwaarheid spreken, onjuist handelen of onjuist leven.

Liberaal

De persoonlijke, naar binnen gekeerde geloofsbeleving van de mystiek past prima in het liberale gedachtegoed, dat immers ook het individu voorop stelt. De bemoeienis van het collectief met het individu wordt geminimaliseerd. Dat kan mensen sterken, maar evengoed kwetsbaar maken.

Armstrong haalt in haar boek verschillende voorbeelden aan van mystici die een grote schare volgelingen verzamelden, om vervolgens door de mand te vallen (overigens vaak tot hun eigen stomme verbazing – de meesten geloven zelf heilig in hun eigen profetieën). Misleide mensen kunnen hier zwaar door beschadigd raken, wat de vraag opwerpt of ze ertegen beschermd moeten worden. Het liberale antwoord luidt ‘nee’, want mensen hebben hier hun eigen verantwoordelijkheid. Maar zo liberaal is de westerse samenleving nog niet.

In het moderne spirituele wereldje opereert een groot aantal ‘bemiddelaars in verlichting’ die vaak zelf bedachte inzichten en therapieën propageren. Het tijdschrift Happinez brengt ze maandelijks aan de man. De meeste zijn onschuldig, maar sommige therapieën zijn schadelijk of zelfs dodelijk. Alternatieve geneeswijzen, zoals deze heten, zijn daarom in het blikveld van de overheid beland, die zich op dit vlak een actieve westerse houding aanmeet: wat niet deugt, dient bestreden te worden, zelfs als mensen er bij volle bewustzijn voor kiezen.

Ook in de geseculariseerde westerse samenleving kent de politiek, met brede maatschappelijke steun, zichzelf een hervormende rol toe. Onrecht is er om bestreden te worden. Nu geldt dat uiteraard in alle samenlevingen – met moord, om maar een extreem voorbeeld te geven, kom je nergens weg – maar de mate waarin van de overheid, als ethische actor namens de gemeenschap, handelend optreden verwacht wordt, verschilt wel degelijk.

Utopie

Wie politiek wil bedrijven vanuit een geloofsovertuiging, heeft in de mystiek/spiritualiteit dus geen vanzelfsprekende bondgenoot. Martin Buber is een van degenen die gepoogd heeft hier doorheen te breken. In zijn boek ‘Ich und Du’ (uit 1923, herzien in 1958) koppelt hij de mystieke godsbeleving aan de verhouding tot de medemens. Daarmee wordt een sociale opdracht onderdeel van een spiritueel geloof. Bubers boek is zodoende onverminderd actueel.

Voor Buber persoonlijk vertaalde zijn geloof zich erin dat hij zich keerde tegen de oprichting van een Joodse staat, omdat hij meende dat joden en arabieren samen de toekomst in moesten. Toen die oprichting een feit was, bleef hij zich met Gandhiaanse koppigheid inzetten voor de vrede. Hij had een socialistisch aandoend ideaal waarin joden en arabieren samen kleine leefgemeenschappen zouden vormen. Dergelijke utopische visies zijn de uiterste consequentie van de westerse hervormingsdrang – en bepaald niet zonder hun gevaren, zoals de Nederlandse filosoof-theoloog Hans Achterhuis heeft laten zien in zijn boek ‘Utopie’. Een teveel aan dadendrang leidt ook welhaast onvermijdelijk tot onrecht, van de inquisitie tot de gulag.

Vanuit ethisch oogpunt laat de mystiek zich dan ook niet zomaar terzijde schuiven ten faveure van de traditionelere westerse geloofsvisie. Beide hebben hun tekortkomingen en gevaren. Het vinden van de balans ligt als taak op het bordje van de postmoderne gelovige, al dan niet in gemeenschapsverband. Wellicht dat de huidige tijd, gedesillusioneerd in Grote Verhalen, inderdaad vraagt om een meer mystieke invulling van het geloof en de maatschappelijke actie die daaraan ontleend wordt. Die golfbeweging, zo laat Armstrong zien, houdt tenslotte al 4000 jaar aan.

Eerder verschenen in de Linker Wang van december 2009