Irak en het taboe op Realpolitik

1351

Goed, Nederland is dus de Irak-oorlog ingerommeld door Jaap de Hoop Scheffer en zijn ambtenaren, omdat zij graag een wit voetje wilden halen bij de Amerikanen. Eigenlijk wisten we dat met z’n allen natuurlijk al lang, maar nu de commissie Davids alle smoezen heeft ontmanteld die iets anders voorgaven, weten we het zeker. Balkenende, zichtbaar boos, reageerde onhandig. Dus hebben we de poppen aan het dansen, terwijl een taboe blijft rusten op waar het eigenlijk om gaat.

Dat taboe zit vervat in een aantekening die commissielid Peter van Walsum liet maken bij het verhaal over het volkenrecht, namelijk dat “een verantwoordelijke regering zich niet alleen door de regels van het volkenrecht maar ook door de eisen van de internationale politiek laat leiden”. Dat is een waarheid als een koe, maar het is er niet een die in het parlementaire debat geaccepteerd wordt.

Zelfs de partij die het meest principieel in het Irak-dossier stond, GroenLinks, heeft wel eens enige rek in het volkenrecht gevonden om een militaire actie te rechtvaardigen, namelijk inzake Kosovo in 1999. Iedereen kan op een gegeven moment door Realpolitik bevangen worden. Alleen werd Kosovo indertijd ook realpolitisch bediscussieerd: er werden twee kwaden tegen elkaar afgewogen en het minste werd gekozen. Het kwalijke in het Irak dossier is dat er geen open kaart gespeeld werd, maar dat het kabinet Balkenende I een mistgordijn optrok en blijkens de reactie van de premier en andere betrokkenen (toenmalig defensieminister Henk Kamp gisteravond in Nova) van plan is zich daarachter te blijven verschuilen.

Het gevolg is dat de discussie de komende dagen een welles-nietes spel gaat worden over de formele juridische missers die Davids gesignaleerd heeft. Terwijl we het daar eigenlijk snel over eens zouden moet zijn, en in plaats daarvan ingaan op de realpolitische factoren die ertoe leiden dat Nederland makkelijk bezwijkt onder Amerikaanse druk. De oppositie zal hier overigens net zo schuldig aan zijn als de regering. Beide zullen vermoedelijk kiezen voor millimeterwerk rondom het rapport van de commissie.

Het eind van het liedje kan zijn dat Balkenende opstapt. Dat zal dan niet zijn omdat hij in de woorden van Van Walsum een kolossale beoordelingsfout heeft gemaakt toen hij ‘ja’ zei tegen George Bush, maar omdat hij niet bereid was tegen de kamer te zeggen dat hij handelde uit internationale solidariteit. En dat deed hij omdat hij wist dat ook zijn eigen partij liever een drogredenering over het volkenrecht hoort dan de harde politieke realiteit onder ogen zien: Nederland is een klein land en moet daarom regelmatig de oren laten hangen naar anderen.

In dit geval had Nederland de oren beter naar Frankrijk en Duitsland kunnen laten hangen, maar ook daarbij zou het kabinet een redenering hebben moeten verzinnen die leek alsof er een zelfstandig besluit genomen was. Zolang Nederland niet bereid is de realiteit te onderkennen dat haar internationale gewicht beperkt is, zullen discussies over militair ingrijpen altijd belast blijven met argumenten die de kern van de zaak buiten zicht houden. De commissie Davids heeft de flutargumenten inzake Irak in de prullenbak gestopt. Het valt alleen te hopen dat het parlementaire debat in de komende dagen over meer gaat dan de propjes. (gc)